Stevigheid en beweging herhaling 5.1-5.2-5.3

Stevigheid en beweging herhaling 5.1-5.2-5.3
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stevigheid en beweging herhaling 5.1-5.2-5.3

Slide 1 - Tekstslide

Stevigheid
Beweging
Bescherming
Vorm
Kalk in je botten
Spieren om je botten
Ribben om je longen
Uitsteeksel op je schedel

Slide 2 - Sleepvraag

De botten van kleine kinderen bevatten
dan de botten van ouderen mensen
lijmstof en                             kalk
meer
minder

Slide 3 - Sleepvraag

Kalk
Lijmstof
Maakt botten hard
Maakt botten sterk
Maakt botten soepel
Maakt botten beetje buigzaam

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoel 4: Botten veranderen
Vooral
kraakbeen-weefsel
Botten met
weinig lijmstof en veel
kalk
Botten met veel lijmstof en veel kalk
Buigzaam skelet
Breekbaar skelet

Slide 5 - Sleepvraag

bot waar niets mee is gedaan
bot dat in verdund zoutzuur heeft gelegen
bot dat een vlam is gehouden

Slide 6 - Sleepvraag

Nee
Ja
7. Buigt een bot gemakkelijk, als je de kalk met zoutzuur uit het bot haalt?
Tekst

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
* welke botten komen overeen met botten in de arm? 
Spaakbeen
Elleboog
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes

Slide 8 - Sleepvraag

Een ................... is een verbinding tussen twee ................. 

Door een gewricht kunnen botten makkelijk .......................
Gewricht
Botten
bewegen

Slide 9 - Sleepvraag

Tekst
dijbeen
Botten van de voet
scheenbeen
kuitbeen
Botten van de hand
knieschjf

Slide 10 - Sleepvraag

Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 11 - Quizvraag

Het skelet bestaat uit botten. Botten zijn......
A
Dood weefsel
B
Levend weefsel

Slide 12 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast is een beenverbinding aangegeven met Q.
Welke beenverbinding is aangegeven met Q?
A
vergroeide beenverbinding
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 13 - Quizvraag


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen

Slide 16 - Quizvraag

gewrichtskapel
Bot
Kapselbanden
Bot
gewrichtssmeer
kraakbeenlaagje

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de functie van kapselbanden?

A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht
D
maakt gewrichtssmeer

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van het gewrichstkapsel? (twee antwoorden)

A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht
D
maakt gewrichtssmeer

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor beenverbinding is de knie?
A
Kraakbeenverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Naden (naadverbinding)

Slide 20 - Quizvraag

sommige gewrichten moeten meer werk verrichten dan andere. Welk deel die het gewricht extra verstevigd, hebben deze gewrichten wel en andere gewrichten niet.
A
gewrichtskom
B
kraakbeen
C
gewrichtsband
D
gewrichtskapsel

Slide 21 - Quizvraag

De beenverbinding van de schedel is...
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 22 - Quizvraag

De beenverbinding van de Wervelkolom is?
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 23 - Quizvraag

Welke gewrichtsonderdelen gaan slijtage bij botbewegingen tegen?
A
kraakbeenlaagjes op gewrichtskom en gewrichtskogel en het door het gewrichtskapsel geproduceerde gewrichtssmeer
B
het door de kapselbanden en gewrichtskapsel geproduceerde gewrichtssmeer
C
kraakbeenlaagjes op gewrichtskom en gewrichtskogel en het door de kapselbanden geproduceerde gewrichtssmeer
D
het door het gewrichtskapsel geproduceerde gewrichtssmeer

Slide 24 - Quizvraag

Doel van de les
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

S
  • Spier zit vast aan bot met pees
  • Spier -spierbundel - spiervezels - spiercellen
  • Om elke bundel zit bindweefsel --> stevigheid 
  • Spierschede: bindweefsel om de hele spier 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

buigspier en strekspier

Slide 29 - Tekstslide

Nu maken = huiswerk
Opdrachten van par 5.4

Slide 30 - Tekstslide

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging en helpt mee op de botten op hun plaats te houden.
Dit draait in de gewrichtskom
Hierdoor kunnen botten soepel bewegen
Hierdoor kunnen botten soepel bewegen en voorkomt dat botten slijten 
Gewrichtskogel
Gewrichtskapsel
Kapselbanden
Gewrichtssmeer
Kraakbeen

Slide 31 - Sleepvraag