Par 3.2 les 4 havo

Lezen hoofdstuk 3.2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen hoofdstuk 3.2

Slide 1 - Tekstslide

Par 3.2 les 4
Aanmelden bij LessonUp?

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Betogen, argumenten, de opbouw van een betoog,
De opbouw van een argument
Vaste vragen bij verkennend lezen
Tekst 1 'Multitasken'
Opdracht 5 en 6

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet dat model ook alweer dat aangeeft hoe je een argument opbouwt?
A
Het SExI model
B
Het SEX model
C
Het FOTO model
D
Het SExI hotel

Slide 4 - Quizvraag

Noem de drie delen van dat model.

Slide 5 - Open vraag

Wat is géén vaste vraag bij het verkennend lezen?
A
Wat is de bron?
B
Wat is het tekstdoel?
C
Wat is de opbouw van de tekst?
D
Wat is de tekstvorm?

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht 5
De antwoorden van opdracht 4 vormen samen de samenvatting van opdracht 5: mening + drie argumenten

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf hier jouw samenvatting op (opdracht 5)

Slide 8 - Open vraag

Hoe zou deze meneer zijn betoog nog overtuigender kunnen maken?

Slide 9 - Woordweb

Kritisch lezen
Leesstrategie no. 5.

'Strategie' =  planmatige handeling

Slide 10 - Tekstslide

Welke andere vier leesstrategieën waren er ook alweer?

Slide 11 - Open vraag

Kritisch lezen
Je beoordeelt de tekst
-is de schrijver deskundig, betrouwbaar, volledig, klopt de informatie, is de bron betrouwbaar ...
Met andere woorden: is het een goed verhaal?

Slide 12 - Tekstslide

Kritisch lezen van een betoog
De argumenten
-feitelijke argumenten: 
          -is het waar, klopt het? 
          -is het onderzocht?
-niet-feitelijke meningen:
          -vind ik het overtuigend?
           -vind ik dit zelf ook, klopt het met wat ik zelf heb meegemaakt? 
           -hoe waarschijnlijk is het?

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 8
Lees het standpunt + argument bij opdracht 8b en 8d voor jezelf door.
Beantwoord in je schrift daarna opdracht 8c en 8e.
Maak vervolgens opdracht 8f in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 9 verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide