14.1 Cellen in het zenuwstelsel

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
Voorkennis
1. Uit welk soort cellen bestaat het zenuwstelsel?
2. Wat doen deze cellen?
3. Hoe snel moeten deze cellen werken?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
Voorkennis
1. Uit welk soort cellen bestaat het zenuwstelsel?
2. Wat doen deze cellen?
3. Hoe snel moeten deze cellen werken?

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
14.2 Het centrale zenuwstelsel
14.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) (2 lessen)
14.4 Impulsoverdracht tussen neuronen (2 lessen)
14.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)

Slide 2 - Tekstslide

Doel 14.1
Je leert uit welke cellen het zenuwstelsel is opgebouwd
en hoe een reflex werkt (examen)

Slide 3 - Tekstslide

Cellen in het zenuwstelsel
Neuronen (10%) 
Een neuron, of zenuwcel, is een speciaal soort cel die gespecialiseerd is in het ontvangen, verwerken en doorgeven van informatie
Gliacellen (90%)
Een gliacel is een cel die de neuronen ondersteunt in het uitvoeren van hun taak

Slide 4 - Tekstslide

Neuronen
Cellichaam: kern en 
celorganellen

Slide 5 - Tekstslide

Neuronen

Slide 6 - Tekstslide

Neuronen
Axon: uitloper die signalen van het cellichaam doorstuurt naar andere neuronen of een spier/ klier

Slide 7 - Tekstslide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 8 - Tekstslide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 9 - Tekstslide

Synaps (14.4)

Slide 10 - Tekstslide

Neuronen

Slide 11 - Tekstslide

Sensorisch neuron

Slide 12 - Tekstslide

Schakelneuron

Slide 13 - Tekstslide

Motorisch neuron

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

* Gliacellen
Leren:
Cellen van Schwann

Slide 16 - Tekstslide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen buiten het CZS, dus in het perifere zenuwstelsel.
Rol bij herstellen van neuronen.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zenuwen:
bundels uitlopers van zenuwcellen


Motorische Zenuw
Sensorische Zenuw
Gemengde Zenuw

Slide 19 - Tekstslide

Anatomie van een zenuw(cel)
Zenuwcel Ook wel neuron genoemd
Neuron =/= Zenuw

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Examenstof: Reflexboog

Slide 22 - Tekstslide

Examenstof: Reflexboog

Slide 23 - Tekstslide

Examenstof: Reflexboog

Slide 24 - Tekstslide

Doel 14.1
Je beschrijft de bouw en functie van de verschillende typen neuronen.

Je beschrijft de bouw van een zenuw.

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen 13.2
sensorische- , schakel-  en motorische neuronen, cellen van Schwann, myelineschede, synaps

Reflexboog

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum. Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp.
Voelt hij dit? Onderbouw je antwoord met een argument.

Slide 29 - Open vraag

Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum. Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp. Kan hij in een reflex zijn been wegtrekken? Onderbouw je antwoord met een argument.

Slide 30 - Open vraag

Een man heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum. Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp. Kan hij via een bewuste beweging zijn been wegtrekken? Onderbouw je antwoord met een argument.

Slide 31 - Open vraag