H4.2 Procenten en factor

Leerdoelen H4 
4.1  Machten berekenen en uitschrijven  wetenschappelijk notaties berekenen en uitschrijven als een gewoon getal.  
4.2  % omzetten naar een decimaal getal en    rekenen met een  factor.                               verhoudingstabel
           
  








25% = 25: 100 = 0,25  = 1/4 deel 
25=32
15.000=(1,5)4
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen H4 
4.1  Machten berekenen en uitschrijven  wetenschappelijk notaties berekenen en uitschrijven als een gewoon getal.  
4.2  % omzetten naar een decimaal getal en    rekenen met een  factor.                               verhoudingstabel
           
  








25% = 25: 100 = 0,25  = 1/4 deel 
25=32
15.000=(1,5)4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen H4
4.3 steeds dezelfde % erbij schrijven als een vermenigvuldiging en korter schrijven
4.4 aantal met hetzelfde % toeneemt.                    
4.5 aantal met hetzelfde % afneemt.     
4001,0251,0251,025=
4001,0253

Slide 2 - Tekstslide

H4.2 Vandaag leerdoelen 
H4.1   15 minuten -  Afgelopen les:  
- Exit vragen: machten en rekenvolgorde  en  wetenschappelijke notatie
- Oefeningen H4.1 som 2 , 3 + 4 e + f +  som 5  e + f  +  som 6 , 8 , 9 en 11
H4.2 Procenten                                                                3 minuten: uitleg docent
1. % omzetten in een decimale getal
 
oefen zelfstandig en in stilte: H4.2 som 12, 13a & 14a                   10 minuten

2. rekenen met een factor                                                    5 minuten: uitleg docent 

oefen zelfstandig en in stilte: H4.2 som 16a & 17                               10 minuten 

Slide 3 - Tekstslide

Exit vraag machten
1. wat is het grondgetal?
    wat is de exponent?

2.                ......... x .......... x............

3.     4 x 4 x 4 x 4 x 4 = 

25
53=
4.....

Slide 4 - Tekstslide

Exit vraag: rekenvolgorde
1.

2.

3.

4.



Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 5 - Sleepvraag


Exit vraag wetenschappelijk notatie
 1,75 x 109  = ....... 
A
175 000 000
B
1 750 000 000
C
17 500 000 000
D
175 000 000 000

Slide 6 - Quizvraag

H4.2 Procenten
3 minuten: uitleg docent
% omzetten in een decimale getal
 
oefen zelfstandig en in stilte: H4.2 som 12, 13a en 14a                   10 minuten



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

H4.2 Procenten
Oefen zelfstandig en in stilte: 
H4.2 blz. 130/131 som 12, 13a en 14a             10 minuten

Vragen? Steek je vinger op.

Daarna geeft docent uitleg:  factor 



Slide 10 - Tekstslide

H4.2 Weet je nu genoeg?
Hoe je % omzet in decimaal met een verhoudingstabel?

Hoe je een factor uitrekent om mee te vermenigvuldigen?



Slide 11 - Tekstslide

H4.2 + H4.3 Factor
Rekenen met een factor   
Rekenen met dezelfde factor                                                 
7 minuten: uitleg docent 



Slide 12 - Tekstslide

Wat is een factor?
Factor is waarmee je vermenigvuldigd als je bijv. van  100% naar 115% gaat
 factor = 115: 100 = 1,15



Slide 13 - Tekstslide

Hoe bepaal je een factor?
Begin altijd met 100%

15% toename, dus het nieuwe percentage is:
100+15=115%
Delen door 100 om de factor te berekenen:
              115:100=1,15
Dus de factor is 1,15

Slide 14 - Tekstslide

10001,052=1.102,50
10001.053=1.157,63
na 2 jaar
na 3 jaar
Percentage neemt toe:   (dezelfde percentage = dezelfde factor
Stel je hebt 1000 euro  op de bank en 
elk jaar wordt de geld 5% meer waard
Factor:  100% + 5% = 105% : 100 = 1,05


1,05 (factor)                        
1,05 * 1,05            
1,05 * 1,05 * 1,05 

Slide 15 - Tekstslide

10000,852=722,50
10000.853=614,13
na 2 jaar
na 3 jaar
Percentage neemt af: (dezelfde percentage = dezelfde factor)
Stel je koopt een fiets van 1000 euro en 
elk jaar wordt de fiets 15% minder waard
Factor?:  100% - 15% = 85% : 100 = 0,85


0,85 (factor)                        
0,85 (factor) * 0,85 (factor)       0,85 (factor) * 0,85 (factor)
                         * 0,85 factor

Slide 16 - Tekstslide

oefen H4.3 Factor
oefen: 
blz. 134 t/m 137 
H4.3 som  20 , 22, 25 26, O24 en U5  
                 

Slide 17 - Tekstslide

H4.3 Weet je nu genoeg?
Hoe je een factor uitrekent om mee te vermenigvuldigen?
Hoe je decimaal kan omzetten naar factor en andersom?
Hoe je factor toepast? 

Slide 18 - Tekstslide

Oefen verder:
Boek blz 134/136

H4.3  20 t/m 22 , 25 , 26 , O24 en U5

Slide 19 - Tekstslide

4.4 Korter schrijven
Hoe kan ik een vermenigvuldiging 
met dezelfde factor korter schrijven?

Slide 20 - Tekstslide

oefening: verkort schrijven


800×1,05×1,05×1,05×1,05=

800×1,05
4

Slide 21 - Tekstslide

Exitvraag 4.3 en 4.4 : factor
Je krijgt 1,3% per jaar een rente over een bedrag van Euro 4000.

Bereken het bedrag na 5 jaar?

Slide 22 - Tekstslide

Exitvraag: steeds dezelfde factor
Je krijgt 1,3% per jaar een rente over een bedrag van Euro 4000.


Bereken het bedrag na 5 jaar (kort geschreven)?
 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Exitvraag: factor naar %
factor is 1,15 .
Hoeveel is de toename in %?


Bereken het bedrag na 5 jaar (kort geschreven)?
 

Slide 25 - Tekstslide

Exitvraag: aantal jaren
Je ziet de volgende berekening:
.
Hoeveel is de toename in %?


Bereken het bedrag na 5 jaar (kort geschreven)?
 

Slide 26 - Tekstslide