Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld niv. 2

Welkom!



Orientatie in de twee- en driedimensionale wereld

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!



Orientatie in de twee- en driedimensionale wereld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen van deze les
vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel, ruit en parallellogram zijn 

 evenwijdig of parallel
 loodrecht of haaks

 spiegel symmetrisch of lijn symmetrisch.
Piramide, Balk, Bol, Kubus, Cilinder, Kegel, Prisma

Slide 3 - Tekstslide

Ruimtelijke figuren

Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal (3D).

Het verschil met vlakke figuren is dat jij bij ruimtelijke figuren diepte kan zien.


Slide 4 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Wat was ook al weer lijnsymmetrisch?

Wat was ook al weer draaisymmetrisch?

Slide 5 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijn- of spiegelsymmetrie.
Met een spiegeltje kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur. 

Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 6 - Tekstslide

4.2 Lijnsymmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch

Deze tuin heeft twee
spiegellijnen of 
spiegelassen.

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Symmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.

Slide 8 - Tekstslide

Symmetrie-as
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch. 

Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.

Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4
Hoeveel spiegellijnen hebben onderstaande figuren?

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen:

- Je leert vlakke figuren herkennen.

- Je leert meetkundige begrippen, zoals evenwijdig, loodrecht en symmetrie herkennen.

- Je leert ruimtelijke figuren herkennen.


Slide 11 - Tekstslide

Welke vlakke figuren zie jij?
Markt Sittard

Slide 12 - Tekstslide

Vlakke figuren

Slide 13 - Tekstslide

Evenwijdig/parallel
Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden, die zijn 'evenwijdig/parallel'. 


De lijnen van een driehoek zullen elkaar uiteindelijk snijden...

Slide 14 - Tekstslide

Loodrecht/haaks
Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90º) snijden noemen we 'loodrecht of haaks'. 

Kleiner dan 90º        precies 90º          Groter dan 90º

Slide 15 - Tekstslide

Drop wordt gemaakt in allerlei herkenbare vormen. Welke vlakke en ruimtelijke figuren herken je?
Vlakke figuren:
Ruimtelijke figuren:

Slide 16 - Open vraag

Welke ruimtelijke figuren
herken je in de speelhuisjes?
A
Vierkant- driehoek- rechthoek
B
Kubus, driehoek, vierkant
C
Kubus, prisma, balk- piramide
D
Kubus- balk-piramide

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel cm2 is de oppervlakte
van het scherm van de telefoon?
A
70 +70 +150 +150 = mm
B
70 X 150 = mm
C
70 X 15 =10500 MM nu omrekenen naar cm2 = 1050 cm2
D
70 X 15 =10MM nu omrekenen naar cm2 =10,5 cm2

Slide 18 - Quizvraag

Oppervlakte en Omtrek

Slide 19 - Tekstslide

Oppervlakte en Omtrek

Slide 20 - Tekstslide

Oppervlakte en Omtrek

Slide 21 - Tekstslide

Omtrek & oppervlakte

Slide 22 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte 

Slide 23 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte

Slide 24 - Tekstslide

4.2 
2.2 omtrek en oppervlakte 

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het?
Ieder vlak figuur heeft een omtrek en oppervlakte.
  • De omtrek is de rand die om het figuur heen past.
  • De oppervlakte is het vlak van een object dat bedekt kan worden.
 
Ruimtelijke figuren hebben geen omtrek maar wel een inhoud.
  • De inhoud is de hoeveelheid ruimte binnenin het figuur.

Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de maateenheid en dit erbij vermeld.


Slide 26 - Tekstslide

3 hm2 = .......    m2 : maak met je buurman zoveel mogelijk opdrachten in 1 minuut    

Slide 27 - Tekstslide

Beheers je deze paragraaf?
Boven de 80 % mag je zelfstandig verder werken.

Maak keuze of je meedoet met de uitleg:

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoeveel cm3 is de inhoud
van de hocker?

Slide 30 - Open vraag

Werkmoment 2.3 Inhoud 



Maak tweetallen en maak een keuze qua opdrachten
timer
8:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Aan de slag met opdrachten uit 2.4
timer
8:00

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
Maak paragraaf 2.3 + 2.4 thuis af. 
Dit controleer ik aan het begin van de volgende les.


Slide 34 - Tekstslide

Vragen?

Nee?

Aan de slag!!

Slide 35 - Tekstslide