Het verschil met vlakke figuren is dat jij bij ruimtelijke figuren diepte kan zien.
Slide 6 - Tekstslide
Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijn- of spiegelsymmetrie. Met een spiegeltje kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur.
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.
Slide 7 - Tekstslide
4.2 Lijnsymmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch
Deze tuin heeft twee
spiegellijnen of
spiegelassen.
Slide 8 - Tekstslide
2.1 Symmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.
Slide 9 - Tekstslide
Symmetrie-as
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch.
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen:
- Je leert vlakke figuren herkennen.
- Je leert meetkundige begrippen, zoals evenwijdig, loodrecht en symmetrie herkennen.
- Je leert ruimtelijke figuren herkennen.
Slide 11 - Tekstslide
Vlakke figuren
Slide 12 - Tekstslide
Evenwijdig/parallel
Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden, die zijn 'evenwijdig/parallel'.
De lijnen van een driehoek zullen elkaar uiteindelijk snijden...
Slide 13 - Tekstslide
Loodrecht/haaks
Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90º) snijden noemen we 'loodrecht of haaks'.
Kleiner dan 90º precies 90º Groter dan 90º
Slide 14 - Tekstslide
Oppervlakte en Omtrek en Inhoud
Slide 15 - Tekstslide
Oppervlakte en Omtrek
Slide 16 - Tekstslide
Oppervlakte en Omtrek
Slide 17 - Tekstslide
4.2
2.2 omtrek en oppervlakte
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel cm3 is de inhoud van de hocker?
Slide 19 - Open vraag
Van m3 naar liters.
Vaste regel.
Stel je hebt. 1 m3 en je wilt naar dl. 1 m3 = 1000 dm3 = 1000 l 1000 l = 100 dl.
dm3=l
Slide 20 - Tekstslide
40.000dm3=....dam3
A
4
B
0,4
C
40
D
0,04
Slide 21 - Quizvraag
100.000cl=....dm3
A
1
B
0.1
C
1.000
D
10
Slide 22 - Quizvraag
A
21 minuten
B
60 minuten
C
2100 minuten
D
3500 minuten
Slide 23 - Quizvraag
Een liter = dm3
10 cm is een dm
inhoud is lxbxh ---> 60 x 35 x 15 = 31.500 dm3 = liter