3.2 Water in balans

Vandaag
- Voorkennis ophalen
- Droogte in Brabant?!
- Zelfstudie paragraaf 2 of uitleg paragraaf: Water in Balans
- Uitleg? Of aan het werk! Zie studiewijzer

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Voorkennis ophalen
- Droogte in Brabant?!
- Zelfstudie paragraaf 2 of uitleg paragraaf: Water in Balans
- Uitleg? Of aan het werk! Zie studiewijzer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gas
Vast
Vloeistof

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstromen
Neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 3 - Sleepvraag

nu kun je je kennis testen. 
Het meeste water op aarde is …………............ Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………  
Vloeibaar zoet water kun je indelen in:  
1............................
2............................
Zoet water komt ook voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:
1...............................
2...............................  
zoet water
zout water
grondwater
oppervlaktewater
gletsjer
landijs

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

neerslag
grondwaterspiegel
grondwater
oppompen
aquifer
ondoordringbare laag

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

§3.2 Wereld: Water in balans 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droogte in voorjaar 
Onttrekkingsverbod

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ons eigen weerstation

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2023
2022
2024
Tijd = ca. 3 maanden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lees 3.2. en beantwoordt de volgende vragen:
  1. Op welke vier manieren kan een gebied aan water komen?
  2. In Zweden en Botswana valt jaarlijks ongeveer evenveel neerslag. Toch bestaat Zweden voor een groot deel uit bossen en komen er in Botswana (half)woestijnen voor, hoe komt dat?
  3. Doordat er steeds meer mensen komen op aarde, wordt er ook steeds meer gebouwd. Waarom wordt door deze bebouwing steeds sneller water afgevoerd op rivieren?
  4. Wat is een aquifer?
  5. Wat wordt bedoeld met virtueel water?
  6. Noem twee voorbeelden van vernieuwbaar water en twee voorbeelden van niet-vernieuwbaar water.
  7. Waarom is er sprake van duurzaam waterbeheer als je alleen de vernieuwbare voorraad water gebruikt?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen (vwo)
  • Je kent de begrippen: waterbalans, nuttige neerslag, fossiel water, aquifer, virtueel water, vernieuwbaar water, niet-vernieuwbaar water, duurzaam waterbeheer.
  • Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer. (les 1)
  • Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt. (les 1)
  • Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer (les 2)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterbalans
De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt een gebied aan water?
  • 1)  Neerslag
  • 2) Aanvoer uit andere gebieden
  • 3) Aanvoer van fossiel water

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkomen: 
1. Neerslag
- Zeer ongelijk verdeeld
         - Nederland 660m3 per inwoner
         - Egypte 50m3 per inwoner



- Nuttige neerslag: '' Verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.''

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige neerslag
Wordt gebruikt door alles wat op aarde leeft en verdwijnt in de grond door infiltratie.


Infiltratie: ''Het in de grond indringen van water

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkomen
2. Aanvoer water uit andere gebieden
Bijvoorbeeld water uit rivieren.
In Nederland de Rijn en de Maas.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenkomen: 
3. Fossiel water
Fossiel water: ''Water in de grond dat stamt uit veel eerdere tijden''
Aquifer: ''Waterhoudende laag in de ondergrond''

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Virtueel water
Wat wordt bedoeld met virtueel water? 

Denkbeeldig water dat verborgen zit in producten die je importeert. 

"Een Nederlander verbruikt 1,5 miljoen liter water per jaar, zonder een kraan open te draaien"

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kijkt er wel eens naar waar het fruit vandaan komt?
Land van herkomst: Egypte

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat water een gebied uit?
  • 1)  Uitstroom (rivier stroomt in de zee)
  • 2) Verdamping
  • 3) Mensen gebruiken het voor consumptie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgaan: Uitstromen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgaan: Verdampen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgaan: Verbruik

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WATERBALANS
Waterbalans

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Zweden en Botswana valt jaarlijks ongeveer evenveel neerslag. Toch bestaat Zweden voor een groot deel uit bossen en komen er in Botswana (half)woestijnen voor, hoe komt dat?

Botswana
Zweden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doordat er steeds meer mensen komen op aarde, wordt er ook steeds meer gebouwd. Waarom wordt door deze bebouwing steeds sneller water afgevoerd op rivieren?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee voorbeelden van vernieuwbaar water en twee voorbeelden van niet-vernieuwbaar water.

vernieuwbaar water

Wanneer water wordt aangevuld in het tempo waarin de mens het gebruikt.

niet-vernieuwbaar water

Wanneer mensen meer water gebruiken dan kan worden aangevuld.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurzaam waterbeheer?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is er sprake van duurzaam waterbeheer als je alleen de vernieuwbare voorraad water gebruikt?


Het gebruiken van vernieuwbaar water, dit is het water dat zichzelf weer aanvult, door bijv. neerslag. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
vernieuwbaar water
B
niet-vernieuwbaar water

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
vernieuwbaar water
B
niet-vernieuwbaar water

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam waterbeheer is:
A
Er wordt alleen gebruik gemaakt van vernieuwbaar water.
B
Er wordt alleen gebruik gemaakt van niet-vernieuwbaar water.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam waterbeheer
Waterschaarste = het te kort aan schoon drinkwater. 

De verdeling van water op aarde is ongelijk. Vooral in warme, droge gebieden is er een tekort. 

Economische waterschaarste = er is wel water maar geen geld om het op te pompen, schoon te maken en op te slaan.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe en waarom is nu de waterbalans uit balans?
2. En hoe proberen we het opnieuw in balans te krijgen?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen? 
Maken opdracht 1-2-3-6 van paragraaf 3.2 (havo)
Maken opdracht 1-3-4-6 van paragraaf 3.2 (vwo)

Eerder klaar of meer oefenen? Maak de herhalings/verdiepingsopdracht van 3.1 en 3.2.
timer
5:00

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Start opdracht


  • Bereken je watervoetafdruk (klik op de link)
  • Schrijf op hoe groot je watervoetafdruk is
  • Schrijf minimaal 4 dingen op waarmee je je watervoetafdruk kan verminderen
timer
5:00

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Opdrachten

Eerst 5 minuten in stilte
timer
5:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Ga verder met de studiewijzer. Maak eerst het verplichte onderdeel van 3.2. Kies daarna een of twee van de keuzeopdrachten uit. 
  • Ben je daarmee klaar? Ga dan verder met paragraaf 3.3. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies