7 april - taal, rijm en vergelijkingen

Welkom!
Lezen
Rijm
Vergelijkingen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Lezen
Rijm
Vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken formuleren persoonlijke en bezittelijk voornaamwoord
opdracht 1 t/m 4

Slide 2 - Tekstslide

Op de toets ga je een reclame schrijven....

Daarvoor ga je het volgende toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Je kamer ziet eruit ALS
een zwijnenstal.

Slide 4 - Tekstslide

Bij een vergelijking hoort meestal het woordje ALS of LIJKT.

ZO....ALS..... IS NET.......

Zo ziek als een hond.

Je lijkt wel een verzopen hond.

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste vergelijking in:
Zo fris als een.....
A
kipje
B
vis in het water
C
hoentje

Slide 6 - Quizvraag

Zo doof als een...
A
kabouter
B
spin
C
mol
D
kwartel

Slide 7 - Quizvraag

Leven als god in.....
A
Parijs
B
Frankrijk
C
een Belgisch bad
D
de hemel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is rijm?
Rijmen is de herhaling van klanken.

Verschillende soorten rijm:
  1. Eindrijm (laatste woorden van regels rijmen)
  2. Beginrijm (alliteratie = begin letters van woorden en volrijm eerste woorden van regels rijmen)
  3. Halfrijm (klinkers  of medeklinkers rijmen)

Slide 9 - Tekstslide

Rijmschema's
Bij een rijmschema geef je rijmende woorden aan het eind van een regel dezelfde letter

  • Slagrijm (laatste woorden zijn het zelfde A-A-A)
  • Gepaard rijm (A-A-B-B)
  • Gekruist rijm (A-B-A-B)
  • Omarmend rijm (A-B-B-A)

Slide 10 - Tekstslide

Beeldspraak
  • Bij beeldspraak gebruik je woorden in een figuurlijke betekenis. Figuurlijk taalgebruik = alles wat niet letterlijk bedoeld wordt

  • Er is sprake van een overeenkomst tussen een object (wat is dat?) en het beeld

  • Goede beeldspraak maakt een (gesproken)tekst mooier,

  • Duidelijker en krachtiger.

Slide 11 - Tekstslide

De vergelijking
  • Er is sprake van een overeenkomst tussen een object (wat is dat?) en het beeld

  • Bij een vergelijking hoort meestal het woordje 'als' of 'lijkt'.

  • Zo ziek als een hond.
  • Je lijkt wel een verzopen hond. 
  • Wat een vuile hond, ben jij!
Zo blind als een...

Slide 12 - Tekstslide

Je kamer ziet eruit als...
een zwijnenstal!

Slide 13 - Tekstslide


Video
-
Beeldspraak ZML




Herken jij alle beeldspraak? Schrijf alle beeldspraak op en daarachter welke soort beeldspraak het betreft.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Bedenk zelf een voorbeeld van beeldspraak.

Slide 16 - Open vraag

Beeldspraak
Dichters gebruiken beelden om ons op een andere manier naar de werkelijkheid te laten kijken of om iets heel nieuws te maken.

Slide 17 - Tekstslide

Vergelijkingen
ALS 
 ZOALS 
 NET ALS

Slide 18 - Tekstslide


Haar ogen hadden een blik 
als die van een bang konijn.

Slide 19 - Tekstslide

Zoek de vergelijking(en):
De twee klokkentorens van de kerk,
die van beneden werden verlicht door
rijen schijnwerpers, rezen als robuuste
wachters op boven de lange romp van het
gebouw. Aan beide zijden stak in het
donker een rij smalle, hoge steunberen
uit, als de ribben van een prachtig beest.

Slide 20 - Tekstslide

Maak in stilte 5 Taal, paragraaf 5 opdracht 1 t/m 3, paragraaf 6 opdracht 1 t/m 4



Klaar? Online oefentoetsen maken

Slide 21 - Tekstslide