Zorg periode 2, les 5 en 6

• Welzijn
• Beroepsopleiding
• MBO
• Studiejaar 1

helpende zorg en welzijn

periode 2

les 5, werken met plannen

doel: je kunt uitleggen hoe je werkt met een plan

•  herhalen welke plannen zijn er?
• we gaan werken met het plan van mevr van der Aa
• objectief & subjectief

Het plan van mevr van der Aa

Wat zou een leuk gespreksonderwerp zijn als je met 

mevrouw van der AA spreekt ?

Waar moet je goed op letten als je mevrouw van der AA helpt?

Wat voor activiteiten zou mevrouw van der Aa

 leuk vinden om te doen denk je?

objectief en subjectief

• het been van Amira ziet er slecht uit
• Het ochtend ritueel van meneer Slob verliep heel rommelig
• Mevrouw Bakker had een slecht humeur tijdens de koffie

pictionary

welke activiteit die leuk is om te doen met ouderen teken ik? 

Wat weet je nog?

helpende zorg en welzijn

periode 2

les 6, werken met plannen

doel: je kunt uitleggen hoe je werkt met een plan

en je kunt uitleggen wat objectief en subjectief is.

•  hoe gebruik je het plan?
• je bekijkt de situatie en je schrijft een korte rapportage (subjectief/ objectief)
• privacy

objectief - subjectief

Objectief = waarnemen zonder oordeel

Subjectief = waarnemen met een oordeel

Objectief of subjectief?
Masja komt huilend het KDV binnen en roept dat ze bij mama wil blijven.

1. Objectief
2. Subjectief

Objectief of subjectief?
Samira was erg slordig aangekleed vandaag.

1. Objectief
2. Subjectief

Objectief of subjectief?
Liz heeft haar haar geverfd en nu is het groen.

1. Objectief
2. Subjectief

Objectief of subjectief?
De hele klas heeft een voldoende voor de rekentoets

1. Objectief
2. Subjectief

Objectief of subjectief?
De groep is druk, iedereen loopt door elkaar heen en het is een troep.

1. Objectief
2. Subjectief

Geef een objectieve beschrijving van wat je op de volgende foto ziet

Geef een objectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet

Geef een subjectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet

Objectief

Subjectief

Meneer de Bruin liep weg tijdens het eten.

Anna heeft 3 koppen koffie gedronken.

Zij was erg lelijk gekleed.

Meneer deed vervelend tijdens het eten. 

De man draag een groene trui.

Zoals altijd is mevrouw Janssen weer chagrijnig. 

privacy

Wat weet je nog?

begrippen 1.1