21-22 Tekstsoorten: ingezonden brief

Tekstsoorten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Kennis opfrissen... 

Recensie                                             
Beschouwing                                      
                                

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderwerpen plaats je in het middenstuk van de recensie?

Slide 3 - Open vraag

Met een beschouwing wil je als schrijver...
A
activeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
informeren

Slide 4 - Quizvraag

Een beschouwing heeft NOOIT een ...
A
stelling-argumentenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur

Slide 5 - Quizvraag

Welke tekstsoorten behandelen we?


Recensie                                                opiniëren (en activeren?)
Beschouwing                                       opiniëren 
Ingezonden brief                                overtuigen
Betoog                                                     overtuigen

Slide 6 - Tekstslide

Deze week
- Ingezonden brief: toelichting 
- Opdracht 

Slide 7 - Tekstslide

Lees je wel eens de krant?
A
Ja, dagelijks zelfs
B
Ja, regelmatig
C
Af en toe
D
(Vrijwel) nooit

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Welke krantenrubrieken ken je?

Slide 10 - Open vraag

Krantenrubrieken
Nieuwsartikel (lang)
Nieuwsbericht (kort)
Achtergrondartikel
Column (commentaar bij de actualiteit)
Opiniestuk (ingezonden)
Ingezonden brief
Recensie (boeken, muziek, voorstelling, ...)

(Advertentie)
Advertorial (gesponsord)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Dus... 
Een ingezonden brief is een soort betoog. 
Een betogende tekst kan meerdere verschijningsvormen hebben en één daarvan is een ingezonden brief. 




= soort hond 

Slide 14 - Tekstslide

Ingezonden brief
  • Je vindt het belangrijk dat de lezers van de krant jouw mening lezen. 
  • Je bent het bijvoorbeeld niet eens met een opiniestuk dat eerder in de krant verscheen.
  • Je wilt iets zeggen over iemand die is geïnterviewd. 
  • Je wilt iets zeggen over een bericht of nieuwsfeit dat eerder in de krant heeft gestaan.
  • Je bent juist erg enthousiast over iets wat je hebt gelezen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Publiek
Je publiek bestaat uit twee groepen:
- de redactie van de krant; zij beslist of je brief wordt geplaatst.
- de lezers van de krant; je wilt hen overtuigen van jouw kijk op de zaken.  








Slide 17 - Tekstslide

Reageren op een nieuwsfeit
Wat doe je als je reageert op een nieuwsfeit?
  • Noem het nieuwsfeit waarop je reageert.
  • Geef aan waarom je je daarover opwindt.
  • Geef zo concreet mogelijk aan wat er volgens jou moet gebeuren of veranderen.

Slide 18 - Tekstslide

Reageren op een opiniestuk
Wat doe je als je reageert op een opiniestuk?
  • Herhaal het standpunt waarmee je het niet eens bent.
  • Noem de argumenten die volgens jou niet kloppen.
  • Weerleg die argumenten:
       Toon bij feitelijke argumenten aan dat de feiten onjuist zijn.
       Val bij niet-feitelijke argumenten de ondersteuning aan die           de auteur in zijn artikel geeft.
  • Sluit de ingezonden brief af met je eigen standpunt.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht

Kies het onderwerp/artikel (hierna) waarop je wilt reageren en schrijf een ingezonden brief van ca. 200 woorden.

Slide 20 - Tekstslide

Aanpak (1)
  • Bepaal het schrijfdoel = overtuigen 
  • Bepaal het onderwerp => uit één van de artikelen
  • Hoofdgedachte: wat is het belangrijkste wat je met de brief wilt zeggen over het onderwerp? 

Slide 21 - Tekstslide

Aanpak (2)
  • Inleiding: benoem op welk artikel/nieuwsfeit je reageert en vermeld je standpunt.
  • Kern:  argument 1 + uitwerking, argument 2 + uitwerking (evt. argument 3 + uitwerking) 
  • Slot: conclusie = pakkende, aansprekende herhaling van je standpunt.   

Slide 22 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Je begint een ingezonden brief niet met een aanhef, maar met een titel.
  • Noem van het artikel waarop je reageert: datum, titel en indien bekend naam auteur. 
  • Zorg ervoor dat de lezer je brief graag leest: eenvoudig en gevarieerd taalgebruik, geen ellenlange zinnen. 
  • Toon van je brief: zakelijk, verontwaardigd of met humor/ironie?
  • Sluit pakkend af: je standpunt in één aansprekende slotzin. 
  • Schrijf onder de brief je naam en je woonplaats.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Inleveren 
Je levert je ingezonden brief in bij de redactie van Dongemond, bestaande uit mevrouw Roefs, mevrouw Zwagemaker, mevrouw Goossens en mevrouw Van den Berg.  
Hoe? Via opdrachten in Magister. 
Wanneer? Uiterlijk zondag 19 december om 21.00 uur

Slide 25 - Tekstslide

Reageer op één van deze onderwerpen
1. ‘Je besluit als agent: vanaf nu schiet ik gericht’
Rotterdam Drie politieagenten vertellen over de recente rellen in Rotterdam: „Een ongekende aanval.”




Slide 26 - Tekstslide

2. ‘Hoe eerder ze de online gevaren kennen hoe beter’
Lessen sexting en grooming Seksuele intimidatie is een veelvoorkomend probleem onder jongeren en zelfs kinderen. Qpido geeft lessen in omgaan met online pesten, sexting en grooming. De gemeente Amsterdam startte dit jaar een campagne speciaal voor meisjes.

Slide 27 - Tekstslide

3. Wil je me? Leer dan eerst spellen
Taal De jeugd kan niet meer spellen, zegt ze zelf tegen NRC en De Standaard. Maar slechte spellers blijken wel minder aantrekkelijk.

Slide 28 - Tekstslide