CFT (periode 5) oefentoets


1 / 9
volgende
Slide 1: Open vraag
ScheikundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag

.

Slide 2 - Tekstslide


Geef de molecuulformule van:
Nikkel(II)nitraat & Kaliumhydroxide

Slide 3 - Open vraag

Voor een  standaardoplossing is 0,1010 g tartrazine afgewogen en overgebracht in een maatkolf van een liter. Nadat de tartrazine is opgelost wordt de maatkolf aangevuld en gehomogeniseerd.
Uit de standaardoplossing wordt de calibratielijn gemaakt.
Hiervoor wordt achtereenvolgens 0,00 – 2,00 – 4,00 en 10 ml gepipetteerd in maatkolven van 100 ml. De maatkolven worden aangevuld en gehomogeniseerd. Van de calibratielijn oplossingen wordt de extinctie gemeten. Bereken de concentratie van de calibratielijn?


Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Werkwijze monster
10 ml limonade wordt gepipetteerd in een maatkolf van 250 ml. De maatkolf wordt aangevuld en gehomogeniseerd. Uit de 250 ml maatkolf wordt 10 ml gepipetteerd in een maatkolf van 100 ml. 
Van deze oplossing wordt de extinctie gemeten.
De concentratie van het verdunde monster is 0,355 mg tartrazine/100 ml

Hoeveel tartrazine zit er in de 10 ml limonade? (TIP: teken het verdunschema)


Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Er is geen calibratielijn, bereken het monster m.b.v. de wet van Lambert Beer
(de concentratie is lineair met de extinctie)

Standaard oplossing heeft een concentratie 3,148 mg Cu/50 ml -met een extinctie van 0,098
Het monster heeft een concentratie van X mg Cu/50 ml – met een met een extinctie van 0,150

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide