T4 doel 3 (woordjes/ zinnen 'uitgaan')

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bienvenue!

à la classe de français

français

néerlandais

Pourquoi? ... parce que

Qu'est-ce que?

Quand?

Qui?

Où?

Comment?

objectifs du cours

Ik kan

3 woorden en zinnen die te maken hebben met uitgaan vertalen en gebruiken (FN en NF) Grandes Lignes 7A

la compétition entre les groupes

le requin	le guépard	le porc-épic	la girafe	le manchot
Lucas Lodewijk Kian Jens (Ralph)	Benjamin Dorien Vera Nico (Lisa)	Mart Thomas Tijn Thom	Daan Julia Ruben Romy (Anniek)	Thyrza Marianne Meike Mirna

Nieuwe groepjes, zelfde afspraken ;-)

Zoek het woord én de vertaling in 7A:

dreevni

Zoek het woord én de vertaling in 7A:
vriesod

Zoek het woord én de vertaling in 7A:

roreint

Zoek het woord én de vertaling in 7A:

'agniersmi

Zoek het woord én de vertaling in 7A:

ni fal

woordenlijst 7A (FN)

woordenlijst 7A (NF)

zinnen 7A

blz 84 tekstboek:

lees titel en inleiding.

Op welke vragen krijg je (denk je) antwoord?

1. Wat gaan Isaac en Nour doen?

2. Gaan zij samen iets doen?

3. Heeft Isaac goede ideeën volgens Nour?

4. Wie nodigen ze uit?

5. Hoe laat begint het?

6. Hoe gaan ze ernaartoe?

Luister naar de tekst (niet meelezen!)

Welke vragen worden beantwoord?

1. Wat gaan Isaac en Nour doen?

2. Gaan zij samen iets doen?

3. Heeft Isaac goede ideeën volgens Nour?

4. Wie nodigen ze uit?

5. Hoe laat begint het?

6. Hoe gaan ze ernaartoe?

Zoek de antwoorden in de tekst (blz 84)

1. Wat gaan Isaac en Nour doen?

2. Gaan zij samen iets doen?

3. Heeft Isaac goede ideeën volgens Nour?

4. Wie nodigen ze uit?

5. Hoe laat begint het?

6. Hoe gaan ze ernaartoe?

Au travail 

Faire: 

maak GL7A exercices 4, 6, 7 (werkboekje)

Apprendre: 

• Quizlet chapitre 7A
• leren examenidioom unité 8

LET OP: vrijdag SO examenidioom un 8

Eerst samen doorkijken

Werk zachtjes, 

zodat iedereen zich kan concentreren

vraag zoveel mogelijk om hulp!

10 min voor einde samen nakijken

3. Ik kan woorden en zinnen die te maken hebben met uitgaan vertalen en gebruiken

objectifs du cours

Ik kan

3 woorden en zinnen die te maken hebben met uitgaan vertalen en gebruiken (FN en NF) Grandes Lignes 7A

Hoera, ik heb de tekst over 'uitgaan' begrepen, omdat ik de woordjes/ zinnen herkende