Herkansing MA1 Jongeren

Vloeken is:
A
Aangeleerd
B
Aangeboren
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vloeken is:
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 1 - Quizvraag

Welk gedrag is vooral aangeleerd?
A
Een jongen moet niezen
B
een baby huilt
C
Een meisje fietst
D
Een hardloper gaat zweten

Slide 2 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Goed Engels kunnen spreken is aangeboren
2 Gevoel voor ritme is aangeleerd
A
1 is juist 2 is onjuist
B
1 is onjuist 2 is juist
C
1 is juist 2 is juist
D
1 is onjuist 2 is onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Kinderen kunnen alleen dingen leren door anderen na te doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Iemand rookt niet omdat zij veel heeft gelezen over de gevaren van roken.
Hoe vindt haar socialisatie plaats?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen
D
Experimenteren

Slide 5 - Quizvraag

Iemand leert de taal door de uitspraak van anderen goed na te doen. Hoe vindt hier socialisatie plaats?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen
D
Experimenteren

Slide 6 - Quizvraag

Socialisatie gebeurt op veel plekken. Welke is het belangrijkste voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
De overheid

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de zin?
De overheid maakt wetten. Zo heeft de overheid invloed op............
A
De cultuur
B
Het werk
C
De socialisatie
D
De aangeboren eigenschappen

Slide 8 - Quizvraag

Welke woord ontbreekt in de zin?
Oudere broers en zussen helpen met......van jongere kinderen
A
De cultuur
B
Het werk
C
De socialisatie
D
De aangeboren eigenschappen

Slide 9 - Quizvraag

Bij sociale controle:
A
Letten mensen op elkaars gedrag
B
Controleren mensen elkaars waarden
C
Verdedigt iedereen zijn belangen
D
Leer je aangeboren eigenschappen af

Slide 10 - Quizvraag

Positieve en negatieve sociale controle zijn bedoelt om je gedrag te .....
A
beinvloeden
B
bestraffen
C
belonen
D
bepalen

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn rolpatronen?
A
Rolpatronen zijn het zelfde als beeldvorming
B
rolpatronen geven aan welk gedrag verwacht wordt
C
Een rolpatroon is gekleurd behang
D
Rolpatronen zijn aangeboren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van roldoorbrekend gedrag?
A
Een ballerina die op kickboxen zit
B
Een burgemeester op Nikes
C
Een vader doe zijn dochter leer pianospelen
D
Een mannelijk cheerleader

Slide 13 - Quizvraag

Roldoorbrekend gedrag is gedrag....
A
Dat past bij de rol die je in de samenleving hebt
B
Dat je aanpast omdat je een andere rol hebt
C
dat niet bij de verwachtingen van de samenleving past
D
waarmee iemand onderdrukt wie hij echt is

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een cultuur?
A
Gewoonten
B
Normen
C
Verschillen
D
Waarden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een subcultuur?
A
Een cultuur van een kleine groep mensen
B
Een cultuur van een grote groep mensen
C
Een cultuur van jongeren
D
Een cultuur van volwassenen

Slide 16 - Quizvraag

Iedereen behoort tot meerdere subculturen. Deze uitspraak is...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Vroeger gingen kinderen hetzelfde werk doen als hun ouders. Tegenwoordig hebben jongeren daar geen zin in.
Dit verschil heeft te maken met:
A
De groep
B
De plaats
C
De tijd

Slide 18 - Quizvraag

Wat is tolerantie?
A
Iemand belachelijk maken omdat hij zich anders gedraagt
B
De normen en waarden van anderen accepteren
C
Je aan de wetten houden
D
Mensen in hokjes plaatsen

Slide 19 - Quizvraag

Omschrijf in je eigen woorden wat respect betekent

Slide 20 - Open vraag

Leg het begrip "tolerantie" uit in je eigen woorden

Slide 21 - Open vraag

Drie dingen bepalen waarom waarden en normen kunnen verschillen. Noem er twee.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een dominante cultuur en een subcultuur

Slide 23 - Open vraag

Geef een voorbeeld van sociale controle

Slide 24 - Open vraag