4.1 - Een stroomkring maken (les 2)

4.1 - Een stroomkring maken (les2)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 - Een stroomkring maken (les2)

Slide 1 - Tekstslide

Hallo R2E!
OPDRACHT!
Ga snel zitten. Pak je laptop en log in op www.lessonup.app met je gemaakte account. Plug je lader in de paal indien je wilt opladen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
4.1.3 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven, 4.1.5 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.

4.1.4 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen.

4.1.5 - Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

4.1.6 Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige keer gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Stroom & elektronenstroom
Afspraak van vroeger: Stroom gaat van de plus-kant van de batterij naar de min-kant van de batterij

Wat we nu weten: Stroom bestaat uit elektronen en die gaan van de min-kant naar de plus-kant van de batterij


Slide 5 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 6 - Tekstslide

Isoleren en geleiden

Slide 7 - Tekstslide

Schakelaar
Als dit een lichtschakelaar is, in welk geval gaat de lamp dan branden, en waarom?

Slide 8 - Tekstslide

Schakelaar

Slide 9 - Tekstslide

De stroomsterkte meten
Met een stroommeter meten we de stroomsterkte in Ampère (A)
De stroomsterkte is overal in de kring even groot! Het maakt dus niet uit waar je meet.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe schrijven we het op?


De stroomsterkte kan je meten met een

 Stroommeter. Deze meet het aantal ladingen dat op een bepaalde plek passeert in 1 seconde!

Stroomsterkte wordt afgekort met het symbool [I]  en kent de eenheid Ampere

Afgekort als [A]

Kleine waarden schrijf je als milli-ampere [mA)



Slide 12 - Tekstslide

Omrekenen
0,05 A = ……………………mA

0,25 A = ……………………mA

14 mA = ………………….A

750 mA = ……………………A

Slide 13 - Tekstslide

omrekenen
:1000
mA ——> A 

x1000
     A ——-> mA

Slide 14 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van paragraaf H4.1 af. 

Hoe? Je gaat fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen.
Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Maak de test jezelf van H4.1 

Slide 15 - Tekstslide

Als een stroomkring niet is gesloten dan...
A
is er wel lading maar geen stroom
B
is er wel stroom maar geen lading

Slide 16 - Quizvraag

Een stof waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen loopt noemen we een:
A
Isolator
B
Geleider
C
Schakelaar

Slide 17 - Quizvraag

De buitenkant van een snoer is van plastic, want plastic is een
De buitenkant van een snoer is van plastic. Plastic is een ...
A
isolerende stof
B
geleidende stof

Slide 18 - Quizvraag

Geef het symbool voor Ampère
A
mA
B
a
C
A

Slide 19 - Quizvraag

De hoeveelheid lading die per seconde voorbij komt noemen we de...
A
Stroomsterkte
B
Ampère
C
Stroom

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel stroom meet deze stroommeter ?
A
3,7 A
B
0,37 A
C
0,037 A
D
37 A

Slide 21 - Quizvraag

Wat is GEEN geleider?
A
Koper
B
IJzer
C
Hout
D
Glas

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video