Les 6. Etiketten en voer berekenen

Les 6. Etiketten en voer bereken

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 6. Etiketten en voer bereken

Slide 1 - Tekstslide

Waar hebben we het vorige les over gehad?

Slide 2 - Woordweb

Waar of niet waar.
Koliek is dodelijk voor dieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar.
Carnivoren eten minder dan een herbivoor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Enkelvoudig ruwvoer
Enkelvoudig krachtvoer
Meervoudig ruwvoer
Meervoudig krachtvoer

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je kan een voeretiket van een zak diervoeder lezen.
  • Je kan aan de hand van een zak diervoeder berekenen hoeveel een dier nodig heeft.
  • (Je kan samenwerken in een groepje).
  • (Je kan na de opdracht alle spullen 
    netjes opruimen).

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten voer
  • Dieren krijgen vaak verschillende soorten voer te eten, maar hoe weet je nu precies hoeveel een dier nodig heeft?
  • En waarom is het zo belangrijk dat een dier naast voer genoeg te drinken krijgt?

Slide 7 - Tekstslide

Snoepjes en koekjes 
  • Snoepjes en koekjes tellen ook mee als voer!
  • Te veel snoepjes naast het normale voer, 
maakt je hond of kat te dik. 
  • 50% van de honden en 30% van de katten is te dik in Nederland.
  • Het is dus goed dat je leert om een dier de 
juiste hoeveelheid voer te geven. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Water = vocht
  • Water zorgt ervoor dat er voldoende vocht in het lichaam zit.
  • Vocht is nodig voor bloed en cellen. Bloed is vloeibaar en komt door de bloedvaten overal in het lijf. 
  • Bloed vervoert voedingstoffen naar de goede plek in het lichaam 
  • Heeft een dier te weinig vocht in zijn lijf, dan kan het de voedingstoffen niet goed vervoeren. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Droogvoer en natvoer
Brokken zijn heel droog, hierdoor blijft het voer langer goed. Er zit dus weinig vocht in. 
Blikvoer is als je het aanraakt nat. In blikvoer zit veel vocht. 
Brokken wordt droogvoer genoemd.
Blikvoer wordt natvoer genoemd. 
Voer je veel droogvoer, dan moet je dier ook veel drinken. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat was gespecialiseerd voer ook alweer?

Slide 14 - Open vraag

Gespecialiseerd voer
  • Voer dat speciaal voor een dier is gemaakt. Het is zo samengesteld dat er alles in zit wat het dier nodig heeft. 
  • Er is veel onderzoek gedaan om te bepalen wat voor voer een dier moet krijgen. 
  • Een pup heeft andere voedingstoffen nodig dan een volwassen hond. 
  • Voor ieder een volledig voer op maat. 

Slide 15 - Tekstslide

Pup
Oude hond
Te dikke hond
Volwassen hond
Sportieve hond

Slide 16 - Sleepvraag

Voer berekenen en etiketten
  • Om precies te weten hoeveel je moet voeren, moet je kijken op de zak waar het voer in zit. 
  • Op de zak zit een etiket, daarop staat alle informatie die je nodig hebt. 
  • Op het etiket staan ingrediënten. Hiervan is het voer gemaakt. 
  • Naast de ingrediënten staat ook het voeradvies op het etiket.
  • Daarop kan je aflezen hoeveel jouw dier te eten moet krijgen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan ...
  • ... een voeretiket van een zak diervoeder lezen.
  • ... aan de hand van een zak diervoeder berekenen hoeveel eten een dier nodig heeft. 
  • (... samenwerken in een groepje).
  • (... na de opdracht alle spullen 
    netjes opruimen).

Slide 19 - Tekstslide

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag!
- Lees de opdracht 1 t/m 17.
- Maak opdracht 1 t/m 17. 
- Gebruik voor opdracht 13 het Word-document dat gegeven is. 

Slide 21 - Tekstslide