H3: Cultuur

Cultuur 
Dominante cultuur + subculturen 

Hoofdstuk 3.1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cultuur 
Dominante cultuur + subculturen 

Hoofdstuk 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Wat hebben we vorige week behandeld? 

Uitleg: 15 min. 

Filmpje: 26 min. 

Opdrachtenvel: 20 min. 

Nabespreken: 10 min. 

Huiswerk voor volgende week! 

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur

Alle normen, waarden en gewoonten die mensen samen in een bepaalde 
groep of samenleving met elkaar delen. 

Slide 3 - Tekstslide

Dominante cultuur

Cultuur is overal: in de klas, je familie, in je dorp of in je stad. 

Dominante cultuur: de cultuur van de meerderheid van de samenleving. 

De Nederlandse cultuurkenmerken: 
Waarden: vrijheid, gelijkheid, zuinigheid
Tradities: Oliebollen met oud en nieuw, vlag uit bij diploma
Feestdagen: Sinterklaas, Bevrijdingsdag
Gewoontes: Dezelfde taal, warm eten om zes uur. 

Slide 4 - Tekstslide

Subcultuur
Naast de dominante cultuur, zijn er heel veel subculturen. 

Een subcultuur is een groep mensen met waarden, normen en andere cultuurkenmerken die afwijken van de dominante cultuur van een samenleving.  Er zijn zoveel subculturen dat we een onderscheid maken: 

  •  Etnische subculturen
  •  Religieuze subculturen
  •  Regionale subculturen
  •  Lagere en hogere milieus
  • Jeugdculturen

Slide 5 - Tekstslide

Etnische subcultuur
Een groep met een gemeenschappelijke afkomst. In Nederland wonen bijna 3 miljoen mensen met een andere afkomst! (Turkije, Duitsland, Marokko...)

Deze mensen nemen hun eigen dominante cultuur mee, en geven deze door aan hun kinderen. Neem bijvoorbeeld de Marokkaanse cultuurkenmerken: 

  • Waarden: eerzaamheid, gehoorzaamheid, gastvrijheid 
  • Gewoonten: zorgen voor extra eten voor onverwachts bezoek
  • Tradities: toestemming vragen aan ouders om te trouwen, 3 daagse bruiloft.

Slide 6 - Tekstslide

Religieuze subculturen
Veel Nederlanders (ongeveer 45%!) zijn gelovig, de anderen volgen geen geloof. 

Sommige volgen heel streng de bijbel op, zoals bijvoorbeeld in de bible-belt. 
Sommige bidden iedere dag naar Mekka 
Sommige gaan wekelijks naar de Synagoog

Zo ontstaat er per religie een andere subcultuur

Slide 7 - Tekstslide

Regionale subcultuur
Sommige regio's hebben een eigen cultuur. Denk bijvoorbeeld aan Friesland die een eigen taal heeft. Verder heb je bijvoorbeeld nog Het Gooi, Volendam of de Waddeneilanden. 

Ook qua stad en dorp kan het verschillen. In een dorp heb je veel meer sociale controle en kennen veel mensen hun eigen buren, in een stad heb je veel meer vrijheid! 

Slide 8 - Tekstslide

Jeugdculturen

Jeugdculturen zijn groepen jongeren die zich van hun ouders en andere groepen onderscheiden met eigen muziek, kleding, omgangsvormen en straattaal. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zit het met jullie straattaal?

Welk woord betekent ook wel 'doei'
A
Barkie
B
Challas
C
Osso
D
Skeer

Slide 10 - Quizvraag



Welk woord betekent ook wel 'huis'
A
Osso
B
Bantie
C
Fittie
D
Planga

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Opdrachten
Maak de vragen bij 'Puberruil' 

Ga vervolgens verder aan de overgebleven vragen van H3 
+ Begrippenlijst en samenvatting! 

Slide 13 - Tekstslide