Machten, hogere machtswortels en afronden van wortels

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 2

Kijk even naar het volgende:

Maar ook: 

Wat kunnen we hier van leren?

√​a​​​⋅√​a​​​=a

a​0.5​​⋅a​0.5​​=a

Schrijf als macht:

√​7​​​

Schrijf als macht

√​q​​​

Schrijf als macht

√​4b​​​

Schrijf als macht

√​5​3​​​​​

Het antwoord op de laatste vraag kunnen we ook vatten in een regel:

Voorbeelden van de regel 

Bij opdracht 2.3 onder wortels op n@tschool zul je de rekenregels voor machten weer nodig hebben:

Wortels rond je af op het minste aantal significante cijfers.

We laten bij het afronden van wortels constanten buiten beschouwing bij het bepalen van het minst aantal significante cijfers. 

Dus:                                                                                    maar,

 

Reken uit en rond correct af:

Reken uit en rond correct af:

Los op en vereenvoudig zover mogelijk
√(3 ) * 2√5=

1. 3√5
2. 2√15
3. 6√5
4. 2√6

Bereken en laat in exponentvorm staan

1. 4^11
2. 11^2
3. 2^30
4. 2^11

Bereken en laat in
exponentvorm staan

1. 3^-1
2. 9^-1
3. 3^7
4. 3^1