les 10 Hst. 6, par. 6.1

Hst. 6 Steden en Staten
par. 6.1 Woonplaats en werkplaats
3 lessen les 10, 11 en 12
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hst. 6 Steden en Staten
par. 6.1 Woonplaats en werkplaats
3 lessen les 10, 11 en 12

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen in les 10 , 11 en 12 ?
- par. 6.1 helemaal lezen 
- uitleg via film en presentatie
- schrijf de moeilijke begrippen op
schrijf de aantekeningen in je schrift
je mag  drie lessen over par. 6.1 doen!!
les 10: tm verstedelijking
les 11: vraag & aanbod tm ambachtsgilden
les 12: geldwisselaars tm handel met noord en zuid

Slide 2 - Tekstslide

les 10
B1E 7 mei
B1G 12 mei

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen in les 10?
- lezen par. 6.1  tot en met stukje Verstedelijking
- opschrijven moeilijke begrippen
- filmpjes bekijken
- huiswerk maken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel les 10
Aan het eind van deze les weet  je 
dat er in Europa rond 1000 na chr. een landbouwstedelijke samenleving ontstond
- kun je uitleggen wat een landbouwstedelijke samenleving is
- kun je uitleggen waardoor die landbouwstedelijke samenleving is ontstaan
- weet je waar in Europa de meeste steden liggen

Slide 5 - Tekstslide

zoek op de begrippen (en schrijf in je schrift):
- herendienst =
- horigheid =
- ambachtsman=
- urbanisatie of verstedelijking =


Slide 6 - Tekstslide

Veranderingen rond 1000 na chr.
Vanaf 1000 n Chr. gaat het beter met de economie want:
  • het is veiliger, minder oorlogen (dus kooplieden durven weer te reizen)
  • opbrengst landbouw wordt meer (dus zijn er producten om te verhandelen)
  • de bevolking groeit (meer voedsel)
  •  er komen meer steden 
Tekst

Slide 7 - Tekstslide

Verbeteringen in de landbouw zorgen voor grotere oogsten en er ontstaan overschotten!!

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken van hogere landbouw opbrengst
1. nieuwe landbouwtechnieken:
- uitvinding ijzeren ploeg
- betere bemesting
- drieslagstelsel (zie filmpje)
- paard ipv een os (minder zwaar)
2. ontginning nieuwe gronden (droogmaken moerassen)

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van hogere landbouw opbrengst
1. bevolking groeit door meer en beter voedsel
2. er is teveel oogst: landbouwoverschot wordt geruild en later verhandeld (tegen geld)
3. er zijn minder boeren nodig ==> ontstaan nieuwe beroepen (ambachten)
4. niet iedereen hoeft op het land te wonen en werken: mensen trekken weg
5. er ontstaan kleine nederzettingen bij markten en dat worden later steden

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video


Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren (goed bereikbaar), meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 12 - Tekstslide

waar ontstaan steden??
- op goed bereikbare plekken (zodat er makkelijk gehandeld kon worden)
- op veilige en goed beschermde plekken (in de buurt van kasteel of klooster)
- in de buurt van nieuwe landbouwgronden (drooggemaakte moerassen)

de naam van een stad kan je veel vertellen over de plek waar de stad ontstaan is:
Bijv.:
eindigt de naam op -burg (Valkenburg, Middelburg) dan ligt de stad in de buurt van een kasteel (burcht) 
eindigt de naam op -lo (venlo) dan verwijst dat naar een open plek in een bos
eindigt de naam op -rade dan verwijst dat naar rooien of een nieuw stuk grond gereed maken voor landbouw (kerkrade)

Slide 13 - Tekstslide

Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen. Een mooi voorbeeld  van een Middeleeuwse stad.
De stad heeft een stadsmuur en als centraal punt een kerk met een (markt-)plein. Daaromheen is de stad ontstaan.

Slide 14 - Tekstslide

groei steden in Europa
de meeste steden ontstonden in Vlaanderen, Holland en Noord-Italië
dit noemen we verstedelijkte gebieden (of: geürbaniseerd gebied)
volgende dia's: groei steden in de Nederlanden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

nog een paar quizvraagjes

Slide 20 - Tekstslide

Het tijdvak Steden & Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600

Slide 21 - Quizvraag

Het tijdvak 'Steden & Staten' kende een...
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 22 - Quizvraag

Waarom konden aan het eind van de middeleeuwen steeds meer mensen overstappen van het beroep boer op het platteland naar een ander beroep in de stad?
A
Er hoefde niet zo veel te worden geoogst, omdat het aantal mensen afnam.
B
Er kwamen nieuwe uitvindingen in de landbouw.
C
Er kwamen steeds meer huizen in de stad.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 23 - Quizvraag

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk les 10
- B1E lezen par. 6.1  tot en met Verstedelijking
Maken par. 6.1 opdr. 2 en 3

- B1G lezen par. 6.1 tot en met Verstedelijking
Maken par. 6.1 opdr. 2 en 3

Slide 25 - Tekstslide