Franse werkwoord tijden: passé composé, présent, imparfait en futur proche
Franse werkwoord tijden:
passé composé, présent, imparfait en futur proche
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Franse werkwoord tijden:
passé composé, présent, imparfait en futur proche
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat de Franse werkwoord tijden passé composé, présent, imparfait en futur proche zijn. Je kunt ook de vervoeging van werkwoorden in deze tijden toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
De leerdoelen moeten aan het begin van de les duidelijk zijn, zodat studenten weten wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet jij al over Franse werkwoord tijden?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Passé Composé
Passé composé wordt gebruikt om over een afgeronde actie in het verleden te praten. Het werkwoord avoir of être wordt gebruikt als hulpwerkwoord en het hoofdwerkwoord wordt vervoegd in het voltooid deelwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Leg de regels en de vervoeging van passé composé uit, en geef voorbeelden.
Présent
Présent is de tegenwoordige tijd in het Frans. Het wordt gebruikt om over een huidige actie te praten. Het werkwoord wordt vervoegd in de tegenwoordige tijd.
Slide 5 - Tekstslide
Leg de regels en de vervoeging van présent uit, en geef voorbeelden.
Imparfait
Imparfait wordt gebruikt om over een langdurige of terugkerende actie in het verleden te praten. Het wordt gevormd door de stam van het werkwoord en de uitgangen -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient.
Slide 6 - Tekstslide
Leg de regels en de vervoeging van imparfait uit, en geef voorbeelden.
Futur Proche
Futur proche wordt gebruikt om over een toekomstige actie te praten die binnenkort zal plaatsvinden. Het wordt gevormd door het werkwoord aller + het hele werkwoord.
Slide 7 - Tekstslide
Leg de regels en de vervoeging van futur proche uit, en geef voorbeelden.
Oefenen
Ga in groepjes een korte uitleg voorbereiden per werkwoordtijd
Alle tijden moeten worden uitgelegd
Je mag hiervoor ChatGPT gebruiken, maar je moet wel begrijpen wat je gaat uitleggen
Slide 8 - Tekstslide
Laat de studenten individueel of in groepen werken om het vervoegen van werkwoorden in de verschillende tijden te oefenen.
Dit is een opdracht gegeven in ChatGPT
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Quiz
Laat de studenten een korte quiz maken om te controleren of ze de vervoeging van werkwoorden in de verschillende tijden begrijpen.
Slide 11 - Tekstslide
Maak een korte quiz met multiple-choice vragen om te controleren of de studenten de vervoeging van werkwoorden in de verschillende tijden begrijpen.
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.
Slide 12 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele vragen van de studenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.