Significante cijfers

Significante cijfers en decimalen
3Vb
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Significante cijfers en decimalen
3Vb

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling wetenschappelijke notatie
  • Decimalen & significante cijfers
  • Vragenvuur

Slide 2 - Tekstslide


0,83 dm^2= mm^2
A
83 mm^2
B
0,0083 mm^2
C
8300 mm^2
D
0,000083 mm^2

Slide 3 - Quizvraag


1 m^3= L
A
1000 L
B
10L
C
0,001 L
D
0,1 L

Slide 4 - Quizvraag

Reken om naar mg:
134 ng
(plaats een spatie tussen het getal en de eenheid)

Slide 5 - Open vraag

Reken om in de wetenschappelijke notatie:
12 MN= N
A
1,2*10^6 N
B
1,2*10^-6 N
C
12 000 000 N
D
1,2*10^7 N

Slide 6 - Quizvraag

Reken om in de wetenschappelijke notatie:
0,34 cm= mm
A
3,4*10^-1 mm
B
3,4*10^1 mm
C
3,4*10^0 mm
D
3,4 mm

Slide 7 - Quizvraag

Reken om in de wetenschappelijke notatie:
98 kW= W
(plaats een spatie tussen het getal en de eenheid)

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen
  • Na de les kan jij het verschil tussen decimalen en significante cijfers aangeven.
  • Na de les ken jij de 4 regels voor significantie.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf het verschil tussen het getal 24 en 24,0

Slide 10 - Open vraag

Decimalen
Decimalen zijn alle cijfers na de komma.

Bijvoorbeeld:
  • 5,8        heeft 1 decimaal
  • 5,82      heeft 2 decimalen
  • 5,820   heeft 3 decimalen

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel decimalen?
72,30780 dm
A
6
B
4
C
7
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Significante cijfers
Wat is de lengte van het blok (in cm)?
Geef je antwoord zo nauwkeurig mogelijk op de volgende pagina.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de lengte
van het blok?

Slide 14 - Woordweb

Significante cijfers
Het laatste getal is altijd een schatting

Slide 15 - Tekstslide

Significante cijfers

Slide 16 - Tekstslide

Significante cijfers
 3 regels:
  1. Cijfers die niet nul zijn, zijn significant.
       (dus 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9)

Slide 17 - Tekstslide

Significante cijfers
 3 regels:
  1. Cijfers die niet nul zijn, zijn significant.
  2. Nullen voor niet-nul cijfers zijn NIET significant nummers.

Slide 18 - Tekstslide

Significante cijfers
 4 regels:
  1. Cijfers die niet nul zijn, zijn significant.
  2. Nullen voor niet-nul cijfers zijn NIET significant nummers.
  3. Nullen tussen en na niet-nul cijfers zijn WEL significant.

Slide 19 - Tekstslide

Significante cijfers
 4 regels:
  1. Cijfers die niet nul zijn, zijn significant.
  2. Nullen voor niet-nul cijfers zijn NIET significant nummers.
  3. Nullen tussen en na niet-nul cijfers zijn WEL significant.
  4. 10-machten tellen niet mee.

Slide 20 - Tekstslide


Vragenvuur

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers?
405,070
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
0,000234000
A
3
B
6
C
9
D
10

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
567,3 kg

Slide 24 - Woordweb

Hoeveel significante cijfers?
1,0000000003 m

Slide 25 - Woordweb

Hoeveel significante cijfers?
-15,3 N

Slide 26 - Woordweb

Hoeveel significante cijfers?
5 mensen

Slide 27 - Woordweb

Hoeveel significante cijfers?
0,01000000000000054 m/s

Slide 28 - Open vraag

Hoeveel significante cijfers?
10,07*10^5 dam

Slide 29 - Open vraag


Er zit een fout in de vorige dia. 
Wie heeft de fout gespot?

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 31 - Open vraag

Huiswerk
Opdrachten hoofdstuk 3: 
  • Paragraaf 3: pagina’s 1 en 2

Slide 32 - Tekstslide