4v Leesvaardigheid les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Leesvaardigheid les 2
Leesstrategieën 

Welkom bij de online les 

Houd je tweede scherm en lesboek gereed

Leerdoelen

1. Je weet welke leesstrategieën er zijn.

2. Je weet wat de leesstrategieën inhouden en in welke volgorde je ze toepast. 

3. Je kunt de leesstrategieën toepassen bij het lezen van een tekst. 

4. Je kunt een tekstanalyse toepassen. 

Welke leesstrategieën zijn er ?

De leesstrategieën 

Oriënterend lezen (onderwerp ; titel, auteur)

Globaal lezen (deelonderwerpen ; eerste en laatste alinea’s, eerste en laatste zinnen van alinea’s)

Intensief lezen (helemaal lezen )

Zoekend (bruikbare info vinden)

Kritisch (de betrouwbaarheid beoordelen)

Studerend (onthouden )

Stap 1: Oriënterend lezen 

Titel

Afbeeldingen

Eerste alinea('s)

Wat weet je al van het onderwerp?

Sleep naar de juiste titel

'Waar bestaat een kilo kosmos uit?'

'Over de juiste aanpak van het coronavirus, zijn de meningen verdeeld'.

'Voetbalclubs zouden zelf de handhaving van fans moeten betalen'

Beschouwing

Uiteenzetting

Betoog

In de opdracht zie je drie titels. Aan de titels zou je al kunnen zien wat voor tekstsoort je kunt verwachten. Welke tekstsoort past bij welke titel?

Ga naar magister en download de tekst 'Niet te geloven' die bij de les van vandaag staat.

Lees de tekst oriënterend.

Je hebt de tekst oriënterend gelezen. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Stap 2: Globaal lezen 

Vluchtig de tekst doorlezen

Inleiding en slot

Deelonderwerpen - eerste en laatste zin  per alinea (kernzinnen)

Wat kun je zeggen over de tekstsoort, het tekstdoel en de hoofdgedachte na het globaal lezen?

Tekstsoort, tekstdoel en hoofdgedachte 

Deze drie dingen liggen altijd in lijn met elkaar 

Betoog - overtuigen - hoofdgedachte is een mening

Beschouwing - opiniëren - hoofdgedachte is constatering

Uiteenzetting - informeren  - hoofdgedachte is een constatering 

Hoe zit dat in deze tekst tot dusverre?

Stap 3: Precies lezen - Lees de tekst

Je leest de tekst intensief door. 

Markeer:

signaalwoorden, kernzinnen, functiewoorden

Noteer: 

deelonderwerpen (in de kantlijn), tekststructuur, hoofdgedachte, tekstdoel en tekstsoort.

Maak een foto/screenshot van je precies gelezen tekst.

Leerdoelen

1. Je weet welke leesstrategieën er zijn.

2. Je weet wat de leesstrategieën inhouden en in welke volgorde je ze toepast. 

3. Je kunt de leesstrategieën toepassen bij het lezen van een tekst. 

4. Je kunt een tekstanalyse toepassen. 

Heb je alle leerdoelen gehaald? Zo nee, welke niet?