PSE

PSE
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

PSE

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen van de vorige les:
1. Wat lezen we af in het periodiek systeem?
2. Waar staan de groepen voor?
3. Waar staan de rijen voor?
4. Wat zeggen die getallen op het PSE?
Hoe bepaal je het aantal elektronen in een atoom?
A
massagetal
B
atoomnummer
C
massagetal - atoomnummer
D
elektronegatieve waarde

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je het aantal neutronen in een atoom?
A
massagetal
B
atoomnummer
C
massagetal - atoomnummer
D
elektronegatieve waarde

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Symbolische voorstelling van atoom

Slide 4 - Tekstslide

Uitleggen van de symbolische voorstelling.

Sleep de symbolische schrijfwijze van zink
Si
Zn
Sn
65
30
119
50
1,6
14
1,8
28

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een chroomatoom bevat
A
24 elektronen en 28 protonen
B
24 neutronen en 24 protonen
C
52 neutronen en 24 elektronen
D
24 elektronen en 24 protonen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een fosforatoom bezit

A
meer protonen dan neutronen
B
meer protonen dan elektronen
C
meer neutronen dan protonen
D
meer elektronen dan protonen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het atoommodel van Bohr zitten de elektronen in schillen rond de kern. Hoeveel elektronen kunnen er maximaal in de schillen?
Schil 1
Schil 2
Schil 3
2 elektronen
4 elektronen
8 elektronen
18 elektronen
6 elektronen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De atomen in het periodiek systeem zijn gerangschikt op:
A
Stofeigenschappen
B
Atoomnummer
C
Reactiviteit
D
Groepen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kolommen in het periodiek systeem worden ook ... genoemd.
A
Verticale perioden
B
Groepen
C
Halogenen
D
Perioden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep I van het periodiek systeem
A
edelgassen
B
aardalkalimetalen
C
halogenen
D
alkalimetalen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat Pb voor in het periodiek systeem?


A
Platina
B
Palladium
C
Lood
D
Fosfor

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De perioden in het periodiek systeem..
A
staan horizontaal
B
staan verticaal
C
zijn chemisch vergelijkbaar
D
hebben een oplopend atoomnummer

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep IIa van het periodiek systeem zijn de:
A
Alkalimetalen
B
Halogenen
C
Edelgassen
D
Aardalkalimetalen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een deeltje heeft de volgende elektronenconfiguratie 2,8. Welk deeltje kan dit zijn?
A
natrium-ion
B
fluoride-ion
C
argon
D
neon

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de elektronenconfiguratie van aluminium?
A
13
B
3+
C
2,8,1
D
2,8,3

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel valentie-elektronen heeft Broom?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel schillen zijn er bezet bij Fosfor?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de symbolische schrijfwijze van Mangaan
M
Mn
Mg
55
25
12
1,2
24

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel valentie-elektronen heeft Barium

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel schillen zijn er bezet bij Lood?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies