Wiskunde 3GTL - Goniometrie

Herhalingsles Goniometrie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Goniometrie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat de sinus, consinus en tangens is en kun je ze toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer kun je goniometrie (sin, cos en tan) gebruiken?
(Noem het belangrijkste kenmerk)

Slide 3 - Open vraag

tan = ?
A
overstaande rechthoekzijde tan = ------------------------------- aanliggende rechthoekzijde
B
aanliggende rechthoekzijde tan = ------------------------------- overstaande rechthoekzijde
C
aanliggende rechthoekzijde tan = ------------------------------- schuine zijde
D
overstaande rechthoekzijde tan = ------------------------------- schuine zijde

Slide 4 - Quizvraag

cos = ?
A
overstaande rechthoekzijde cos = ------------------------------- aanliggende rechthoekzijde
B
overstaande rechthoekzijde cos = ------------------------------- schuine zijde
C
aanliggende rechthoekzijde cos = ------------------------------- schuine zijde
D
schuine zijde cos = ------------------------------- overstaande rechthoekzijde

Slide 5 - Quizvraag

sin = ?
A
overstaande rechthoekzijde sin = ------------------------------- aanliggende rechthoekzijde
B
overstaande rechthoekzijde sin = ------------------------------- schuine zijde
C
aanliggende rechthoekzijde sin = ------------------------------- schuine zijde
D
schuine zijde sin = ------------------------------- overstaande rechthoekzijde

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het ezelsbruggetje voor het gebruiken van goniometrie?

Slide 7 - Open vraag

Sin hoek A = 0,433
Met welke knop op je rekenmachine bereken je hoek A?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Hoe groot is hoek T?
A
37˚
B
32˚
C
51˚
D
58˚

Slide 10 - Quizvraag

Welk hulpsommetje kun je gebruiken bij het uitrekenen van een zijde?

Slide 11 - Open vraag

86
cos 34 = -----
AB
Hoe bereken je AB?
A
AB = 86 x cos 34
B
AB = 86 x 34
C
cos 34 AB = ------- 86
D
86 AB = -------- cos 34

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe groot is zijde AC?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
- Je krijgt een opgaveblad
- Je maakt de opgaven van het opgaveblad individueel
- Je bespreekt je antwoorden met een klasgenoot
- Je kijkt samen na

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
Hoofdstuk 10 afronden
en
maken D-toes

Slide 16 - Tekstslide