3H/V Biografías-el indefinido

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¡Buenos días!
Pak eerst je boek, schrift en pen.


Slide 2 - Tekstslide

Cómo estáis?

Slide 3 - Tekstslide

Programa de hoy

  1.  Pretérito indefinido Verbos regulares e irregulares
  2.  Zinnen maken
  3. A trabajar

Slide 4 - Tekstslide

Objetivos de hoy= het doel voor vandaag:
Je herkent de regelmatige vormen van de indefinido (verleden tijd).
Aan het einde van de les:
Je kunt een korte zin maken in de verleden tijd om te vertellen over belangrijke gebeurtenissen in iemands leven.

Slide 5 - Tekstslide

Pretérito indefinido
Open je Tekst boek op pg 38 Grammatica

Slide 6 - Tekstslide

Pretérito Indefinido van de regelmatige werkwoorden
hablar
comer
vivir
(yo)
hablé
comí
viví
(tú)
hablaste
comiste
viviste
(él, ella, usted)
habló
com
viv
(nosotros/-as)
hablamos
comimos
vivimos
(vosotros/-as)
hablastéis
comistéis
vivistéis
(ellos/-as/ustedes)
hablaron
comieron
vivieron

Slide 7 - Tekstslide

El uso del indefinido Het gebruik van de indefinido

Met signaalwoorden/tijdsbepalingen die verwijzen naar een periode in het verleden die al is afgesloten.

> gisteren, vorige week, vorige maand, vorig jaar, in 2015...

Slide 8 - Tekstslide

Verbos irregulares

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Marcadores temporales= tijdsaanduidingen

Slide 11 - Tekstslide

Tarea=opdracht:
In tweetalen hacer los ejercicios: 1 y 2 pg 38.
Samen oefenen jullie  het maken van zinnen: hoe pak je dat aan? Wat is de juiste woordvolgorde? Hoe pas je de regels toe?
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

corregir in tweetalen
  1. cerró
  2. compró
  3. se casaron
  4. estudié
  5. escribió 
  6. trabjáis
  7. cogiste
  8. vivimos
  9. acabé
  10. abriste
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Estos son los usos!

Slide 15 - Tekstslide

hacer una oración con ayer
Maakt een zin met gisteren,
schrijft het in je schrift en later vertelt je je zin

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

opdracht 2

  1. Yo nací 
  2. no fuimos
  3. hiciste
  4. encontraisteis
  5. se casaron


6. aprendió
7. tienen
8. compraron
9. estoy
10. vivimos

Slide 18 - Tekstslide

Handige uitdrukkingen
empezar / comenzar a + heel werkwoord = beginnen
Juan empezó a jugar al fútbol en 2017.

aprender a + heel werkwoord = leren om
aprendí a tocar el piano en 2022

acabar de + heel werkwoord = stoppen met
Juan dejó de jugar al fútbol en 2021.

Slide 19 - Tekstslide

¿Cómo se dice en español "geboren worden"?
A
casarse
B
trabajar
C
nacer
D
estudiar

Slide 20 - Quizvraag

David ____ en España.
A
estudié
B
estudió
C
estudiá
D
estudí

Slide 21 - Quizvraag

Mis padres _____ en 1992
A
se casa
B
se cason
C
se casieron
D
se casaron

Slide 22 - Quizvraag

¿Dónde naciste?
Antwoord in een hele zin.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

Qué habeis aprendido hoy?

Slide 26 - Tekstslide

Deberes: hacer ejercicios 1,2 y 3 Werkboek pg 23

Slide 27 - Tekstslide