Bouwsteen 06, informatie en meningen

Nederlands
Jaar 1 en 2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Jaar 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
Figuurlijk taalgebruik

Feiten en meningen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Tijdens de toets kun je:
- beschrijven wat figuurlijk taalgebruik is;

- figuurlijke taalgebruik in een (luister)tekst herkennen;
- het onderscheid tussen een feit en een mening beschrijven;
- in een (luister)tekst de feiten en de meningen herkennen;
- van feiten en meningen in een (luister)tekst uitleggen waarom het een feit of mening is;
- uitleggen waarom je een bericht nepnieuws vindt of niet. 




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik of beeldspraak
Vaak kom je vormen van figuurlijk taalgebruik in een tekst tegen. Dat wil zeggen dat de schrijver of spreker niet letterlijk bedoelt wat hij zegt, maar er probeert iets duidelijk mee te maken. Hij probeert er een 'beeld' mee op te roepen. Figuurlijk taalgebruik wordt dan ook wel beeldspraak genoemd. Ook spreekwoorden en gezegden zijn figuurlijk taalgebruik.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Feit - mening
Feiten en meningen
Een tekst kan feiten over een bepaald onderwerp bevatten. Je kunt uitzoeken of die kloppen. Een schrijver kan ook zijn mening geven. Dan laat hij zien wat hij van het onderwerp vindt.

Feiten
Feiten zijn beweringen die je kunt controleren. Je zou kunnen opzoeken of navragen of ze echt waar zijn. Feiten zijn waar of onwaar.

Slide 8 - Tekstslide

Feit - mening
Meningen
Een mening is wat iemand ergens van vindt. Meningen kun je niet controleren, want ze zijn niet waar of onwaar. Je kunt het ermee eens zijn, maar je kunt ook iets anders vinden. Een mening kun je vaak herkennen aan woorden als 'ik vind' of 'volgens mij'.

Nepnieuws
Steeds vaker wordt via social media een bepaald soort nieuws verspreid. Bij controle blijkt het niet te kloppen. We spreken dan van fakenews of nepnieuws.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

  • Taalblokken Bouwstenen:
    06 Informatie en meningen > lezen/luisteren >
    opgave 1 t/m 31

Daarna mag je kiezen:
Extra > 2F of 3F > 1 hoofdstukje van lezen of 1 van luisteren

Slide 10 - Tekstslide