De Verlichting en Aapenland

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De verlichting  
Alles is maakbaar 
Blz. 202-207 

Slide 2 - Tekstslide

De Verlichting


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Kenmerken van de Verlichting kennen;
  • Je weet waar de literatuur uit de Verlichting vaak over gaat;
  • Plaatsen van Reize door het Aapenland - J.A. Schasz

Slide 4 - Tekstslide

Tijdlijn
middeleeuwen (500-1500)
renaissance (1500-1700)
verlichting (1700-1800)
romantiek en realisme (1800-1900)
moderne tijd (1900-1945)

Slide 5 - Tekstslide

Verlichting vs Renaissance
  • Verstand vs gevoel
  • Objectviteit vs subjectiviteit
  • Wetenschap vs kunst
  • De mens beheerst de natuur vs de mens maakt deel uit van de natuur




Slide 6 - Tekstslide

DE VERLICHTING
  • geeft de literatuur weer een nieuwe impuls
  • ook wel rationalisme genoemd
  • vrijheid, gelijkheid en broederschap
  • iedereen gelukkig
  • ratio brengt verlichting in de duisternis van 
     maatschappelijke wantoestanden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

DE VERLICHTING


De rationalisten willen de maatschappij veranderen

en dus invloed uitoefenen op de openbare mening

daarom schrijven zij vooral voor de burgerij die zij

tot een democratischer levenshouding willen inspireren

door middel van hun tijdschriften.

Slide 9 - Tekstslide

DE VERLICHTING
  • In Nederland trekt
     vooral Justus van Effen
     de aandacht met zijn
     tijdschrift
    "De Hollandsche Spectator"

Slide 10 - Tekstslide

Justus van Effen

"De Hollandsche Spectator"

bestemd voor burgerij.

In dit tijdschrift kunnen zij

hun stem laten horen.

Van Effen heeft vooruitstrevende

standpunten..



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

DE VERLICHTING
  • de opvoeding van het kind is belangrijk
  • geen onderdanigheid maar vrijheid
  • in navolging van Jean-Jacques Rousseau
  • zijn Betje Wolff en Aagje Deken pleitbezorgers
  • en zeker Hiëronymus van Alphen 

Slide 13 - Tekstslide

Hiëronymus van Alphen

"Proeve van kleine gedigten voor kinderen"

moderne opvoeding

het kind moet zelf inzien wat het doen en laten kan

geen dwang

vrijere opvattingen over de opvoeding in brede kring

Het bekendste versje is "De Pruimenboom".



Slide 14 - Tekstslide

Lees blz. 202 Hiëronymus van Alphen 

Slide 15 - Tekstslide

DE VERLICHTING
  • Rond 1770 begint het gevoel weer een belangrijke plaats 
     in te nemen naar de buitenlandse voorbeelden van
  • Goethe en Rousseau
  • ook hier zijn Betje Wolff en Aagje Deken belangrijk
  • deze gevoelsstroming wordt gezien als een vroege uiting
     van de romantiek

Slide 16 - Tekstslide

literaire uitingen in de 18e eeuw
  • zedenblijspel
  • essay of betoog
  • spectatoriaal geschrift
  • kindergedicht
  • briefwisselingsroman

Slide 17 - Tekstslide

literaire uitingen in de 18e eeuw


Het zedenblijspel is een toneelstuk
waarin de opvattingen en gewoontes
van een bepaalde tijd op de hak
worden genomen.

Slide 18 - Tekstslide

literaire uitingen in de 18e eeuw



Het spectatoriaal tijdschrift behandelt allerlei vraagstukken op het gebied van godsdienst, politiek, literatuur etc.

Het is bedoeld voor een breed publiek.

Slide 19 - Tekstslide

Pieter Langendijk


  • komt uit Haarlem
  • schrijft blijspelen en kluchten
  • bespot allerlei vormen van bedrog
  • "Het wederzijds huwelijksbedrog".

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hubert Corneliszoon Poot



melancholische natuurpoëzie

voorloper van de romantiek

Slide 22 - Tekstslide

    Imaginair reisverhaal

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Hét Nederlandse voorbeeld
'Reize door het Aapenland' van J.A. Schatz (Gerrit Paape)

In apenland willen twee groepen apen mens worden.
Groep 1 -> door ander gedrag te leren
Groep 2 -> door de staart af te hakken
Groep 2 weet het volk op te jutten en krijgt zijn zin...

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Reize door het Aapenland
Lezen hoofdstukken 1,  2, 3 en 4
PDF staat in zowel Magister als Teams 

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag....
Je hebt in deze presentatie uitleg gekregen over de verlichting. Beantwoord nu de afsluitende vragen om te zien of de lesdoelen beheerst:
  • Je kent de kenmerken van de verlichting.
  • Je weet wat voor soort inhoud literatuur uit de Verlichting vaak heeft.
  • Je weet welke nieuwe genres er toen bijkwam of populair werd.

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag + vrijdag
- eerste vier hoofdstukken gelezen?
- analyserende vragen
- samen stuk lezen
- 'hertalen' 

Slide 29 - Tekstslide

Reize door het Aapenland
Wat vind je tot nu van

- het verhaal
- de taal

Slide 30 - Tekstslide

Wie denkt de hoofdpersoon te zien of te horen in de aap die hij het eerst ontmoet?
A
de dienstmeid
B
de hond
C
zijn paard
D
zijn vrouw

Slide 31 - Quizvraag

Waarom promoveert de hoofdpersoon snel in rang bij aankomst in het Aapenland?

Slide 32 - Open vraag

Hoe worden de aanhangers van aap Nommer Vijf genoemd?

Slide 33 - Open vraag

Wat stelt aap Nommer Een voor om te doen alvorens alle apen hun staart moeten afhakken?
A
eerst alle apen kaal te laten scheren
B
eerst alle vrouwtjesapen hun staarten te laten afhakken
C
eerst een aantal apen als proef hun staart te laten afhakken
D
Hij stelt voor dat aap Nommer Vijf voorgaat in het afhakken.

Slide 34 - Quizvraag

Hoe zorgen de apen ervoor dat ze allemaal tegelijk hun staart afhakken?

Slide 35 - Open vraag

Waaraan merk je dat we hier met een werk uit de verlichting te maken hebben?

Slide 36 - Open vraag

Zoek op: wat is een satire? Welke kenmerken zie je hierin terug?

Slide 37 - Open vraag

Wat zou in middeleeuwen of renaissance anders geweest zijn?

Slide 38 - Open vraag

Waaraan zie je dat Nederland ten tijde van dit boek al protestants is?

Slide 39 - Open vraag

Reize door het Aapenland
Waar is dit een persiflage op? Zie ik in het hedendaagse Nederland of de wereld vergelijkbare situaties? 


Slide 40 - Tekstslide

Waar is dit een persiflage op? Zie ik in het hedendaagse Nederland of de wereld vergelijkbare situaties?

Slide 41 - Open vraag