In deze les zitten 69 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
literatuurgeschiedenis
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat weten jullie nog over de 18de eeuw?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Verlichting staat in contrast met een periode van “duisternis”. Welke duisternis wordt daarmee bedoeld?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
De Verlichting lanceerde ideeën over de ideale samenleving. Welke dingen waren daarbij het belangrijkste?
A
vrijheid en solidariteit
B
gelijkheid en broederschap
C
vrijheid en gelijkheid
D
vrijheid en verstand
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Het wereldbeeld was
A
optimistisch
B
pessimistisch
C
realistisch
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat werd het meest waarde aan gehecht?
A
geloof (emo)
B
verstand (ratio)
Slide 16 - Quizvraag
de Verlichting wordt ook ook de “Age of Reason” (Het Tijdperk van de Rede) genoemd
Slide 17 - Tekstslide
Hoe interpreteer je het volgende citaat van John Locke, één van de belangrijkste verlichtingsfilosofen?
“Er valt meestal meer te leren van de onverwachte vragen van een kind dan van een conversatie met een volwassene, die een weggetje bewandelt dat geplaveid is met de vooroordelen en geleende opvattingen waarvan hij door zijn opvoeding werd voorzien.”
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wat is "tabula rasa"?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Moralistische kindergedichten
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Tekstslide
Schrijf zelf een kort kindergedicht
1 kwatrijn
eindrijm
met een duidelijke boodschap/moraal
Slide 33 - Tekstslide
encyclopedie
Slide 34 - Tekstslide
verlichtingstijdschriften
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
(imaginaire) reisverhalen
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Waarom past zo´n reisverhaal (over een schipbreukeling) zo goed bij de Verlichting?
A
Robinson Crusoe moest zijn verstand gebruiken om te overleven
B
op een onbewoond eiland kan je van nul af aan beginnen (tabula rasa)
C
Robinson Crusoe zit boordevol levenslessen en wijsheden
Slide 42 - Quizvraag
MAAR OOK:
Gulliver’s Travels (1726) van de Engelse schrijver Jonathan Swift (1667-1745) en Candide (1759) van de Franse schrijver Voltaire.
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Video
Wat is het verschil tussen Robinson Crusoé en Gulliver´s Travels
Slide 45 - Woordweb
In een DENKBEELDIGE REISVERHAAL zijn de hoofdpersoon en de reis zelf verzonnen. Meestal ging de reis naar een volmaakte wereld. De schrijvers wilden zo op satirische wijze de tekortkomingen van hun eigen wereld laten zien.
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Video
00:52
Waren reisverhalen een nieuw genre dat in de 18de eeuw is ontstaan
A
ja
B
nee
Slide 48 - Quizvraag
02:37
Wat is er typisch aan de reisverhalen uit de 18de eeuw?
A
het zijn verzonnen verhalen (geen echte reisdagboeken)
B
Het zijn imaginaire reisverhalen die ook iets over het mensbeeld vertellen
C
Het zijn imaginaire reisverhalen die reflecteren over de samenleving
D
Het zijn imaginaire verhalen die iets over het mensbeeld vertellen én reflecteren over de samenleving
Slide 49 - Quizvraag
04:18
Waar draait het om in een robinsonade?
A
oerinstincten en overlevingsdrang
B
verstand
C
emoties
D
beschouwingen over de mens (ver weg van de samenleving)
Slide 50 - Quizvraag
Reize door het Aapenland (Schasz)
Slide 51 - Tekstslide
Zedenromans (vaak in briefvorm)
Slide 52 - Tekstslide
Slide 53 - Tekstslide
Slide 54 - Video
06:58
Zou jij dit imaginair reisverhaal graag lezen?
ja
nee
ik weet het niet
Slide 55 - Poll
10:30
Op welke manier verschilt Reize door het Aapenland van andere imaginaire reisverhalen uit de 18de eeuw?
A
de hoofdpersonages zijn dieren
B
het is een satirische roman
C
het bevat veel meer verzonnen avonturen
D
het reflecteert niet over de samenleving
Slide 56 - Quizvraag
In avonturenromans en reisverhalen draaide alles om avonturen en anekdotes. Waarom draait het in de briefroman?
A
over het dagelijkse leven van meisjes
B
over gevoelens en gedachten
C
over onderlinge relaties
Slide 57 - Quizvraag
Waarom is een briefroman hiervoor een ideaal genre?
Slide 58 - Woordweb
Slide 59 - Tekstslide
Slide 60 - Tekstslide
MAAR.... (literatuur)geschiedenis laat zich niet in tijdsvakken duwen. Het is een....