Argumenten voor de evolutietheorie bst 6

Argumenten voor de evolutietheorie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Argumenten voor de evolutietheorie

Slide 1 - Tekstslide

herhaling bst 5 Evolutie
Charles Darwin zag kleine verschillen tussen dieren op de Galapagoseilanden en beschreef feiten (1859)

Uit deze argumenten ontstond de evolutietheorie, als gevolg van mutaties, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 2 - Tekstslide

Argumenten voor evolutie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

overzicht argumenten evolutie-theorie
  • fossielen
  • overeenkomsten in bouw (homoloog en analoog)
  • embryologie
  • rudimentaire organen
  • DNA

Slide 5 - Tekstslide

Hier zie je embryo's van verschillende dieren.
De embryo's lijken op elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw
De bouw van bepaalde organen/lichaamsdelen komt bij veel organismen sterk overeen. 
Rudimentaire organen
Organismen hebben overblijfselen van organen zonder functie (= rudimentair)
Overeenkomsten bij embryo's
Fossielen
Fossielen zijn versteende resten van organismen.
Ze laten zien hoe organismen er ooit uitzagen.
Verschillende stappen in evolutie worden zo zichtbaar
Argumenten voor evolutie

Slide 7 - Tekstslide

Na deze les kan je
  • de defintie van evolutie benoemen.
  • m.b.v. een filmpje de theorie van evolutie en wat heeft Darwin gedaan uitleggen.
  • minimaal twee argumenten die de evolutie ondersteunt benoemen
  • onderscheiden hoe er nieuwe soorten zijn ontstaan

Slide 8 - Tekstslide

bekijk de volgende film
hierna krijg je hierover een paar vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Er komen op aarde nog steeds nieuwe soorten bij.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is micro evolutie?
A
het ontstaan van kleine nieuwe soorten.
B
het ontstaan van een kleine groep nieuwe soorten
C
veranderingen binnen de soort

Slide 12 - Quizvraag

Hoe doen wetenschappers nu vooral onderzoek naar de verwantschap tussen soorten?
A
ze bekijken fossielen
B
ze gaan op zoek naar overeenkomsten in lichaamsbouw
C
ze vergelijken het DNA

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een cichlide voor een dier?
A
een vis
B
een krab
C
een kikker
D
een slang

Slide 14 - Quizvraag

Is voor het ontstaan van nieuwe soorten altijd isolatie nodig?
A
nee
B
ja

Slide 15 - Quizvraag

wanneer behoor je zeker tot de zelfde soort?
A
als je nakomelingen kan maken
B
als je uit hetzelfde gebied komt
C
als je vruchtbare nakomelingen kan maken
D
als je er hetzelfde uit ziet.

Slide 16 - Quizvraag

einde van deze les
maak op learnbeat bst 6 Argumenten voor de evolutietheorie.

Slide 17 - Tekstslide