08.04.25 - Literatuur §6.1.2 personages

Welkom H4C!
  Literatuur                                       08- 04- 25
                                                                             
                                                             §6.1.2: Personages 

                                                            a.d.h.v. het thema: discriminatie &                                                                rascisme
                                                                                  
                                                                          

timer
2:00
Deze spullen heb ik nodig:

  • Reis van de lege flessen
  • Schrift
  • Lesboek NL (p. 193)
  • Etui
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H4C!
  Literatuur                                       08- 04- 25
                                                                             
                                                             §6.1.2: Personages 

                                                            a.d.h.v. het thema: discriminatie &                                                                rascisme
                                                                                  
                                                                          

timer
2:00
Deze spullen heb ik nodig:

  • Reis van de lege flessen
  • Schrift
  • Lesboek NL (p. 193)
  • Etui

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  1. Planning & uitleg eindopdracht
  2. Leerdoelen
  3. Samen lezen 
  4. §6.1.2: personages (p. 179)
  5. Zelf aan de slag

15:00 - 15:15

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Datum
Theorie
(volgorde van de theorie kan afwijken)
Thema van de les 
(volgorde van de thema's kan afwijken)
8 april
6.1.2: personages
discriminatie & rascisme 
6 mei
6.1.3: perspectief
(post)kolonialisme
13 mei
6.1.4: tijd
identiteit
20 mei
6.1.5: motieven en thema's
nader te bepalen
27 mei
6.1.6: analyse & interpretatie
nader te bepalen
3 juni
Uitloop/ werken aan mondelinen
10 juni
Uitloop/ werken aan mondelinen
16 juni
mondelingen
mondelingen
week van 23 juni 
PWW 3: mondelingen
PWW 3: mondelingen
Rvdlf uit, begin aan nieuw boek; tweetallen/ drietallen MO doorgeven
Tweede boek uit

Slide 4 - Tekstslide

Mondeling
  • 2 boeken: De reis van de lege flessen &  - zelfgekozen boek -   
In een tweetal of drietal:
1. Eén van de volgende thema's kiezen: postkolonialisme, identiteit, racisme en discriminatie 
2. Zelfgekozen boek kiezen en lezen 
3. Bij beide boeken: een onderzoeksvraag opstellen & uitwerken 
4. De theorie over literatuuranalyse (personages, perspectief, tijd, ruimte, motieven) & de achtergrondinformatie van de themawerkbladen (startbijeenkomst, racisme, discriminatie, postkolonialisme, slotbijeenkomst) toepassen op de twee boeken. 
5. Een vergelijking maken en de vergelijking uitwerken tot een visueel overzicht (mindmap, stroomdiagram, lijnenoverzicht). 







15:15 - 15:25

Slide 5 - Tekstslide

Wat willen wij zien tijdens het mondeling (15 minuten)?

  • Het mondeling is opgedeeld in twee delen: 
    1. een korte introductie van de onderzoeksvraag (5 minuten)
Hier vertel je hoe je tot de beantwoording van de onderzoeksvraag bent gekomen en wat het antwoord is.
    2. een gesprek met elkaar over de gelezen werken (10 minuten).
De resterende tijd gebruiken we om over de twee boeken te praten en een vergelijking te maken tussen de twee boeken.

Het is niet de bedoeling dat je een samenvatting geeft van het boek. 

Maak ook een grafisch overzicht waarin je de twee boeken vergelijkt. 
Maak de overeenkomsten en verschillen inzichtelijk in combinatie met de onderzoeksvraag die je hebt opgesteld bij de twee boeken. 
Gebruik dit grafische overzicht tijdens het gesprek als ondersteuning. 




15:15 - 15:25

Slide 6 - Tekstslide

HW voor 6 mei
  • Uitlezen: Reis van de lege flessen.
  • Invullen in Google forms:
      (link staat in Magister bij hw 6 mei): 
  • 1. met wie je een tweetal/ drietal voor 
           het mondeling gaat vormen.
  • 2. Welk tweede boek jullie gaan lezen voor het mondeling (deadline is PWW 3).
  • 3. Wat jullie als thema voor het mondeling gaan kiezen.
  • TIP: kijk bij de links/ materiaal bij de opdrachtbeschrijving (bij 'opdrachten' in Magister)
  • Let op: maar één iemand van het tweetal/ drietal hoeft het formulier in te vullen!












Slide 7 - Tekstslide

Agenda
  1. Planning & uitleg eindopdracht
  2. Leerdoelen
  3. Samen lezen 
  4. §6.1.2: personages (p. 179)
  5. Zelf aan de slag

15:25

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik: 

- verschillende soorten personages herkennen 
- de ontwikkeling van een personage beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

Agenda
  1. Planning & uitleg eindopdracht
  2. Leerdoelen
  3. Samen lezen 
  4. §6.1.2: personages (p. 179)
  5. Zelf aan de slag

15:25 - 15:30

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Welke personages kan je uit Rvdlf benoemen?

Slide 12 - Woordweb

Agenda
  1. Samen lezen 
  2. Planning & uitleg eindopdracht
  3. Leerdoelen
  4. §6.1.2: personages (p. 179) 
  5. Zelf aan de slag
15:35 - 15:45 

Slide 13 - Tekstslide

6.1.2 Personages (p. 179)
round character
flat character
type
karikatuur
conflictmodel

Slide 14 - Tekstslide

Conflictmodel personage
Opbouw verhaal:
  1. evenwicht: alles is min of meer 'normaal;
  2. conflict: evenwicht wordt verstoord door gebeurtenis
  3. ontwikkeling: hoofdpersoon komt in actie en maakt ontwikkeling door
  4. oplossing/nieuw evenwicht: conflict wordt opgelost en er ontstaat een nieuw evenwicht (voorlopig)

Slide 15 - Tekstslide

Personage-opdracht
Zelfstandig
  • Kies het personage Bolfazl of het personage René voor deze opdracht.
  • Probeer a.d.h.v. het verhaal de volgende eigenschappen te beschrijven: 
– het uiterlijk
– zijn positie in de wereld (opvattingen, moraal)
– het karakter
– het humeur
  • Is jouw keuze (Bolfazl of René) de hoofdpersoon of een bijfiguur? 
  • Waar merk je dit aan?  

timer
5:00
15:40 - 15:45

Slide 16 - Tekstslide

Agenda
  1. Samen lezen 
  2. Planning & uitleg eindopdracht
  3. Leerdoelen
  4. §6.1.2: personages (p. 179)
  5. Zelf aan de slag

15:45 - einde les

Slide 17 - Tekstslide

Mogelijk thema voor mondeling 
Discriminatie & rascisme

Slide 18 - Tekstslide

verschil discriminatie & rascisme
  1. Wat is discriminatie?
  2. Wat is rascisme?
  3. Wat is een vooroordeel?
  4. Wat hebben deze drie begrippen met elkaar gemeen?  
15:45 - 16:10 

Slide 19 - Tekstslide

Hw voor 6 mei








  





https://www.literatuurgeschiedenis.org/sites/default/files/2023-10/Les%201-discriminatie%20en%20racisme.pdf

Slide 20 - Tekstslide

https://www.literatuurgeschiedenis.org/sites/default/files/2023-10/Les%201-discriminatie%20en%20racisme.pdf

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

15:35 - 15:45 

Slide 23 - Tekstslide

  • Je krijgt zo een aantal stellingen te zien
  • Geef bij iedere stelling aan of er volgens jou sprake is van discriminatie, rascisme of een vooroordeel

Slide 24 - Tekstslide

Sollicitanten hebben een grotere kans om aangenomen te worden als ze hun 'buitenlands klinkende' naam veranderen in een 'Nederlands klinkende' naam.
discriminatie
rascisme
vooroordeel
twijfel
geen van deze

Slide 25 - Poll

Iemand maakt zich zorgen over een Syrisch gezin dat in de straat komt wonen, uit angst voor overlast.
discriminatie
rascisme
vooroordeel
twijfel
geen van deze

Slide 26 - Poll

In een hotel worden gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar geweigerd.
discriminatie
rascisme
vooroordeel
twijfel
geen van deze

Slide 27 - Poll

Leerlingen met een niet- westerse achtergrond krijgen vaker een lager schooladvies dan hun westerse leeftijdgenoten.
discriminatie
rascisme
vooroordeel
twijfel
geen van deze

Slide 28 - Poll

Voor de vertaling van het gedicht 'The hill we climb' wordt een vrouwelijke, zwarte vertaalster gezocht.
discriminatie
rascisme
vooroordeel
twijfel
geen van deze

Slide 29 - Poll

Personages
ik-verteller:
Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld door één van de personages in het verhaal.
Personale verteller:
Het verhaal wordt in de hij/zij- vorm verteld door één van de personages.
Alwetende verteller:
Vertelinstantie die boven het verhaal staat en in alle personages kan kruipen en ook in verleden en toekomst kan kijken.
Meervoudig perspectief:
Het verhaal wordt afwisselend door verschillende verhaalfiguren verteld; dit kan zowel in de ik-vorm als personaal zijn.
Bekijk ook het volgende filmpje:

https://youtu.be/4nPEbFeijko 

Zie blz. 15 in je reader

Slide 30 - Tekstslide

Heb jij een favoriet personage?
Uit welk boek?
Waarom?

Slide 31 - Open vraag

Voorbeeld van een moeder 
– uiterlijk: 46 jaar, volslank, verzorgd, lang zwart steil haar, groene ogen
– positie in de wereld: huisarts, ze heeft twee zussen, vrijwilliger bij de voedselbank
– karakter: energiek en positief, kan slecht tegen haar verlies, voorkeur voor nette kleren
– humeur: Blij als het goed gaat met Floris, maakt zich zorgen om Floris als hij te laat thuiskomt. Altijd een beetje gestrest. 
Hoe leren we haar kennen?  Direct of indirect?

Slide 32 - Tekstslide

perspectief

Slide 33 - Woordweb

opdracht
Vanuit welk perspectief ga je jouw personages neerzetten?

Slide 34 - Tekstslide

perspectief
ik-verteller:
Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld door één van de personages in het verhaal.
Personale verteller:
Het verhaal wordt in de hij/zij- vorm verteld door één van de personages.
Alwetende verteller:
Vertelinstantie die boven het verhaal staat en in alle personages kan kruipen en ook in verleden en toekomst kan kijken.
Meervoudig perspectief:
Het verhaal wordt afwisselend door verschillende verhaalfiguren verteld; dit kan zowel in de ik-vorm als personaal zijn.
Bekijk ook het volgende filmpje:    https://youtu.be/4nPEbFeijko

Slide 35 - Tekstslide

Wat was jouw perspectief?
Ik? Hij/zij? Alwetend?

Slide 36 - Open vraag

vervolgopdracht perspectief
Beschrijf nu jouw personage vanuit de andere twee perspectieven.

Slide 37 - Tekstslide

Lezen Iemand anders
Opdracht bij Iemand anders
1. Neem het verhaal voor je. Begin nog niet met lezen!
2. Zet een dikke streep onderaan de volgende pagina:
‘Iemand anders’ onderaan pagina 22
3.Lees het verhaal tot aan de streep die je hebt gezet en niet verder!
4. Hoe zou jij het verhaal laten aflopen? Schrijf jouw verhaaleinde. Gebruik ten minste 150 woorden.
5. Lees het échte einde van het verhaal.
6. Leg uit wat de verschillen zijn.
7. Welk effect heeft het échte einde op jou als lezer? Leg uit waarom (je denkt dat) de schrijver dit einde gekozen heeft.

Slide 38 - Tekstslide

Lezen Huilbaby
Lees het verhaal en maak de opdrachten op blz. 60.

Slide 39 - Tekstslide

Ik kan de begrippen personages en perspectief op verhalen toepassen
JA
Nee

Slide 40 - Poll

Slide 41 - Tekstslide