2HA voeding en vertering - gezonde voeding

2.4 Gezonde voeding
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.4 Gezonde voeding

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn voedingsstoffen?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Schijf van 5
Elk vak bevat een groep van voedingsmiddelen die we  dagelijks nodig hebben.
Als je elke dag iets eet uit elk vak dan krijg je alle voedingsstoffen binnen. 
Uit de grote vakken moet je meer eten dan uit de kleine vakken.
www.voedingscentrum.nl

Slide 5 - Tekstslide

Schijf van 5
Tips voor gezonde voeding:

1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
www.voedingscentrum.nl

Slide 6 - Tekstslide

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

VETTEN

Slide 11 - Tekstslide

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 12 - Quizvraag

Waarom eet je?

Slide 13 - Open vraag

Welke gezonde stof zit in meergranen producten?

Slide 14 - Open vraag

Welke gezonde stof zit in fruit
A
eiwitten
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 15 - Quizvraag

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voordie rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 16 - Quizvraag

Gezond dagmenu
Wat
Je maakt een gezond dagmenu voor een persoon naar keuze.
Hoe
Je schrijft op het stencil de voedingsmiddelen voor de verschillende momenten op een dag. Je houdt rekening met de schijf van vijf. Je legt uit waarom dit een gezond dagmenu is.
Klaar
Begin met het maken van 2.4: opdracht 2,3,4,6,7 en 8.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk 11 november 2MH

Maken 2,3,4,6,7 en 8 van 2.4
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Eetstoornissen

Slide 19 - Tekstslide

Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa
  • Eetbuistoornis



Slide 20 - Tekstslide

Anorexia nervosa
Heeft honger, maar eet heel weinig

Kenmerken:
Angst om dik te worden 
Negatief zelfbeeld
Perfectionist

Slide 21 - Tekstslide

Anorexia

Slide 22 - Tekstslide

Feiten Anorexia Nervosa
  • Van alle psychische stoornissen is anorexia de dodelijkste.
  • 6-10% overleeft anorexia niet.
  • 5.600 patienten in Nederland.
  • 95% van de patienten is meisje.
  • Elk jaar komen daar 1.300 meisjes bij.
  • 45% herstelt volledig, 30% gedeeltelijk, 25% niet.

Slide 23 - Tekstslide

Boulimia nervosa
Periode van eetaanvallen

Kenmerken:
Braken
Gebruik van laxeermiddelen


Slide 24 - Tekstslide

  • Irritatie slokdarm
  • Slechte tanden
  • Bloedarmoede, uitdroging, tekorten
  • Darmproblemen door gebruik laxeermiddelen.
  • Niet vruchtbaar
Gevolgen boulimia nervosa

Slide 25 - Tekstslide

Binge eating disorder (BED)
Eetbuistoornis

  • De patient braakt niet.
  • Gebruikt geen laxeermiddelen.
  • Vaak overgewicht.

Slide 26 - Tekstslide

  • Verlaagde weerstand
  • Uitdrogen
  • Nierbeschadiging
  • Tanderosie
Gevolgen eetbuistoornis

Slide 27 - Tekstslide

Behandeling
GGD
Kinderarts
Opname ziekenhuis, sondevoeding/dwangvoeding
Psychiater
Kliniek voor eetstoornissen.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk 10 november 2HA

Maken 1 t/m 3 en 6 t/m 9 van 2.4
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide