T2 B5 Voedselbederf

Thema 2 Voeding en vertering
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Pak je boek 

Slide 2 - Tekstslide

Noem een oorzaak van overgewicht?

Slide 3 - Open vraag

Wat is emotioneel eten?

Slide 4 - Open vraag

Noem een gevolg van overgewicht.

Slide 5 - Open vraag

Noem een andere eetstoornis dan anorexia nervosa
.

Slide 6 - Open vraag

Noem een gevolg van Anorexia


Slide 7 - Open vraag

Vragen huiswerk

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 5 Voedselbederf

Slide 9 - Tekstslide

Lees blz 137 t/m 139
 Schrijf de kernwoorden op.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

In de natuur ruimen bacteriën en schimmels de dode resten van organismen op. Jouw voedsel bestaat ook uit (dode) resten van organismen, bijvoorbeeld vlees, groenten en fruit. Daar zijn bacteriën en schimmels dol op.en bepalen hoeveel voeding je nodig hebt.

Slide 11 - Tekstslide

Voedselvergiftiging
  
  • Bedorven voedsel gegeten: besmet met giftige stoffen (geproduceerd door schimmels en bacteriën) 
  •  Afweerreactie
  • Meestal ruik of zie je het wel aan het voedsel, niet altijd 
  • Bv Salmonella: dierlijke producten, rauwe groente en fruit 
  • Klachten: diarree, buikpijn, koorts
  • Bacteriën tasten darmwand aan: veroorzaken ontsteking
  • Verschijnselen: na 12 a 36 uur, duurt vaak 2 a 3 dagen. 


Slide 12 - Tekstslide

Voedsel conserveren
  • Voedsel zó behandelen dat je het langer kunt bewaren zonder dat het bederft: Vandaar de naam conservenblik
  • Welke organismen veroorzaken bederf? 
  1. bacteriën
  2. schimmels
  • Wat doe je precies bij conserveren?  Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig maken



Slide 13 - Tekstslide

Manieren van conserveren
  •  Invriezen: temperatuur verlagen (vinden bacteriën
 en schimmels niet leuk, maar ze gaan niet dood)
  •  Pasteuriseren: kort verhitten tot 72 C. (meeste bacteriën en schimmels gaan dood)
  • Steriliseren: lang verhitten tot 130-140 C. (alle bacteriën en schimmels gaan dood) (denk aan steriliseren van chirurgengereedschap)
  •  Vacuüm verpakken: lucht eruit, bacteriën krijgen: geen zuurstof meer
 
            zuurstof meer



Slide 14 - Tekstslide

Manieren van conserveren
  • Gasverpakken: mengsel van gassen erbij, langer houdbaar
  • Drogen: water eruit halen
  •  (en dat vinden de bacteriën niet leuk)
  • Doorstralen: met radioactieve stralen bacteriën en schimmels doden
  • Natuurlijke conserveermiddelen: suiker, zuur, zout, stikstofgas
  • Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in wijn





Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Additieven

  • Toevoegingen om voedsel langer te bewaren, aantrekkelijker te maken
  • Niet alle additieven zijn gezond
  • Bekendste additieven hebben een (geregistreerd) E-nr
  • Belangrijk dat je er niet teveel van binnen krijgt
  • Teveel kunstmatige additieven kunnen schadelijke zijn
  • Van sulfiet (wijn) kun je bijvoorbeeld flink hoofdpijn krijgen
  • Alle gebruikte ingrediënten moeten op de                                 verpakking vermeld worden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Let op:
  • Vlees bederft snel dus dat moet je invriezen
  • Na ontdooien snelle voedselbereiding, micro-organismen kunnen zich anders snel vermenigvuldigen
  • Bederf wordt vaak veroorzaakt door salmonellabacteriën
  • Houdbaarheidsdatum (oudere mensen die zich vergissen ….)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan de slag
  • Lees B5 goed door
  •  Maak opdr. 1 t/m 10
  • Kijk B4 na.
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

SUCCES

Slide 22 - Tekstslide