WEBB Markt en overheid 4.7 t/m 4.21

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen

Slide 2 - Sleepvraag

Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid

Slide 3 - Quizvraag

Van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt.
Ruime arbeidsmarkt
  • Aanbod van arbeid is groter dan de vraag. 

Krappe arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod. 

Slide 4 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsmarktflexibiliteit
In theorie
  • Arbeidsmarkt is een markt van volkomen concurrentie. 
Praktijk
  • Arbeidsmarkt is NIET flexibel
- Arbeid is niet homogeen maar heterogeen (ervaring, diploma's).
- Wetgeving over bijvoorbeeld ontslagbescherming
- CAO
- Minimumloon

Slide 6 - Tekstslide

Nadelen flexibel werk
  • Meer onzekerheid over je werkuren en inkomen. 
  • Onzekerheid over ontslag.
  • Geen recht op een uitkering bij ziekte of werkloosheid. 
  • Geen of weinig pensioen.
  • Zwakkere onderhandelingspositie.
  • Baanzekerheid is lager.  

Slide 7 - Tekstslide

Vakbond
= een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers
Als werknemer kun je lid worden van de vakbond.
Voor elke bedrijfstak/beroepsgroep bestaat een vakbond
alle vakbonden samen = de vakbeweging

Slide 8 - Tekstslide

CAO

  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden. 
  • Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
  • Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
  • Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn voordelen voor een werknemer met een vast contract?

Slide 10 - Open vraag

Bij welke getallen combinatie is er sprake van meeliftersgedrag?
A
0;0
B
1;-2
C
-1;-1
D
Er is hier geen sprake van meeliftersgedrag

Slide 11 - Quizvraag

Twee stellingen:
I) Meeliftersgedrag zorgt voor een hogere organisatiegraad bij een vakbond
II) Een CAO zorgt voor minder transactiekosten dan een individuele arbeidsovereenkomst
A
I) en II) zijn juist
B
I) en II) zijn onjuist
C
I) is juist, II) is onjuist
D
I) is onjuist, II) is juist

Slide 12 - Quizvraag

Waardoor kan meeliftersgedrag bij een vakbondslidmaatschap worden vermindert?

Slide 13 - Open vraag

Aan het werk
Maken 4.7 t/m 4.21
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 14 - Tekstslide