,

Cursus 7 §12 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - werkwoordspelling
1. Herhaling vorige les
2. Lesdoel
3. Uitleg/ oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting in Lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bind dit touw vast!

Slide 3 - Quizvraag

Gebiedende wijs

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 4 - Quizvraag

Welke is de gebiedende wijs?
A
Ga naar huis
B
Jij gaat nu leren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van: worden
A
word
B
wordt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs?
A
Wees eens rustig.
B
Morgen kom je om 8 uur op school.
C
Wij eten om 6 uur.

Slide 7 - Quizvraag

Gebiedende wijs

.... (worden) wakker!


A
word
B
wordt

Slide 8 - Quizvraag

Gebiedende wijs:

............ mijn vraag snel!
A
Beantwoord
B
Beantwoort
C
Beantwoordt

Slide 9 - Quizvraag

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Cursus 7 - werkwoordspelling
  • § 9 Persoonsvorm in enkelvoudige zinnen
  • § 10 Persoonsvormen in samengestelde zinnen
  • § 11 Gebiedende wijs
  • § 12 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • § 13 Werkwoordspelling
  • § 14 Mixopdrachten

Slide 10 - Tekstslide

  • Je leert wat de gebiedende wijs is.
  • Je leert werkwoorden in de gebiedende wijs spellen.
Lesdoelen

Slide 11 - Tekstslide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 12 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe herken je een voltooid deelwoord?
1 Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge-



Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge, maar kan ook beginnen met be, ver, ont, of her aan het begin van een werkwoord. Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra ge meer!

Slide 14 - Tekstslide

ge
be
ver
ont
her
gewerkt
bedankt
verrast
ontdekt
herdacht
gefietst
begroet
verdiept
ontwaakt
herplaatst
gehuild
betaald
verteld
ontvoerd
hersteld
gefluisterd
beschermd
verhuisd
ontwikkeld
herkauwd
ge, be, ver, ont of her

Slide 15 - Tekstslide

Een VOLTOOID DEELWOORD  
heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).
Eindigt altijd op t, d of n.

t of d? Langer maken en luisteren.

Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden.
Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een t of d bij de zwakke werkwoorden.

Slide 16 - Tekstslide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
zegt iets van een zelfstandig naamwoord.
Gedraagt zich qua spelling als bijvoeglijk naamwoord.
Eind -t, -d, of -n van het voltooid deelwoord blijft altijd staan.



Slide 17 - Tekstslide

VD als bijvoeglijk naamwoord
  • Een voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Je  schrijft het dan meestal zo kort en zo eenvoudig mogelijk!

De trui is gebreid - de gebreide trui.
Het werkstuk is geprint - het geprinte werkstuk.
De toets is gemaakt - de gemaakte toets.

Slide 18 - Tekstslide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt

zoeken - de sleutel is gezocht (vd) - de gezochte sleutel (bijv. nw)
zeven - die bloem is gezeefd (vd) - de gezeefde bloem (bijv. nw)
smelten - het ijsje is gesmolten (vd) - het gesmolten ijsje (bijv. nw)
verbreden - de weg is verbreed (vd) - de verbrede weg (bijv.nw)



Slide 19 - Tekstslide

't ex kofschip. 

Persoonsvorm verleden tijd
1. Schrijf het hele werkwoord op. 
2. Haal -en van het hele werkwoord af.
3. Kijk of de laatste letter van het woord
in 't ex kofschip zit.
4. Ja? Schrijf het werkwoord met een -t.
Nee? Schrijf het werkwoord met een -d.

Slide 20 - Tekstslide

Noteer de werkwoorden:
1. Wat ben je veranderd!
2. Je hebt het zelf uitgekozen.
3. Je wordt gehersenspoeld.
4. Wie heeft dit bedacht?
5. Zij had een koekje gepakt.
6. Hij is jarig geweest.
7. Ik word naar school gebracht.
timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

ontdooien
A
ontdooid
B
ontdooit
C
geontdooid
D
geontdooit

Slide 22 - Quizvraag

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint bijna vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-.
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn : zijn,
        hebben  en worden.
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin.

Slide 23 - Tekstslide

  • Wat: Cursus 7 paragraaf 11 opdracht 1 t/m 6 blz. 204-205
  • Hoe: individueel
  • Hulp: boek, buren, mevrouw de Vries 
  • Tijd: 15 min.
  • Uitkomst: bespreken
  • Klaar: Kijk je opdrachten na of ga door met paragraaf 11. 
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Als je het voltooid deelwoord (vd) goed wil spellen kun je gebruik maken van ...
A
de verlengproef
B
't sexy fokschaap (of 't kofschip)
C
Kan beide

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 26 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord op de goede manier:
Heb je nu het voltooid deelwoord............... (snappen)?

Slide 27 - Open vraag