Bomi SO 5.1+5.2 bespreken

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

SO vragen 5.1+5.2

Lesdoel: Herhaling 5.1+ 5.2

Leerdoel: Jullie leren dat je actief met het boek en de opgaven bezig moet zijn.

SO bespreking

Je zoekt de antwoorden zelfstandig op in je boek

en schrijft deze in je schrift

Als je even moet wachten: lees eens wat er verder

 in je boek staat 

SO vragen

Geef  6 verschillende soorten energie

Geef bij de 6 verschillende soorten energie voorbeelden

Leg uit in eigen woorden: Wat wordt er bedoeld met ‘de wet van behoud van energie’. 

antwoorden

Electrische energie - energie uit stopcontact

Kernenergie - energie uit kerncentrale

Bewegingsenergie - energie opgewekt door windmolens

Stralingsenergie - zonne-energie

chemische energie - energie uit bijv. fossiele brandstoffen

Warmte - energie om iets op te warmen

Wet van Behoud van Energie

Energie gaat nooit verloren; ze ontstaat niet en verdwijnt niet.

(Energie wordt dus altijd omgezet in een andere energie, soms nuttig, soms niet nuttig.)

SO vragen

Een elektrische auto wordt opgeladen. Ten hoogste 95% wordt gebruikt om de accu op te laden. De resterende warmte verdwijnt in de omgeving. 

Teken een energiestroomdiagram voor deze situatie. Schrijf de juiste getallen erbij. 

stroomdiagram (let op pijl: niet noodzakelijke energie) en zet getallen erbij!

Verbranding

- Geef het reactieschema van de volledige verbranding van aardgas en van onvolledige verbranding.

- Wanneer is er sprake van volledige verbranding?

- Wanneer is er sprake van onvolledige verbranding?

- Geef aan hoe je het verschil tussen volledige en onvolledige verbranding kan waarnemen. 

antwoorden

Let op pijl bij reactieschema

beginstoffen -> reactieproducten

volledige verbranding:

aardgas + zuurstof -> koolstofdioxide + waterdamp

onvolledige verbranding:

aardgas + zuurstof -> koolstofmonoxide + waterdamp

volledige en onvolledige verbranding

Volledige verbranding: er is voldoende zuurstof aanwezig

Waarneming: Blauwe vlam

Onvolledige verbranding: er is onvoldoende zuurstof aanwezig

Waarneming: Oranje vlam

Verbranding

Voor verbranding zijn er 3 voorwaarden nodig. Welke?

voorwaarden voor brand:

Brandstof

Zuurstof

Temperatuur boven ontbrandingstemperatuur

Toepassen voorwaarden:

Als je houtskool voor de barbecue wilt aansteken, heb je aanmaakblokjes nodig. Met alleen lucifers lukt het niet. De ontbrandingstemperatuur van de aanmaakblokjes is hoger/lager/ even hoog dan de ontbrandingstemperatuur van de houtskool.

antwoord

Als je houtskool voor de barbecue wilt aansteken, heb je aanmaakblokjes nodig. Met alleen lucifers lukt het niet. De ontbrandingstemperatuur van de aanmaakblokjes is hoger/lager/ even hoog dan de ontbrandingstemperatuur van de houtskool.

Hoe leer je opgaven?

leren van opgaven:

Als je houtskool voor de barbecue wilt aansteken, heb je aanmaakblokjes nodig. Met alleen lucifers lukt het niet. 

Waarom lukt dit niet?

Toepassen

Geef aan welke van de 3 voorwaarden voor een verbranding wordt weggenomen in het volgende geval: 

Kerstversiering in gebouwen waar veel mensen komen mag alleen bestaan uit stoffen die heel slecht branden. 

antwoord:

In de vraag staat al een verwijzing naar de 3 voorwaarden voor brand. Welke zijn deze? 

Daarna vraag beantwoorden: Geef aan welke van de 3 voorwaarden voor een verbranding wordt weggenomen.

Kerstversiering in gebouwen waar veel mensen komen mag alleen bestaan uit stoffen die heel slecht branden. 

Antwoord: er wordt brandstof weggenomen omdat de stoffen heel slecht branden.

Geef uitleg!

reflectie:

Lesdoel: Herhaling 5.1+ 5.2

Leerdoel: Jullie leren dat je actief met het boek en de opgaven bezig moet zijn.

Hoe nu verder?

Hoe moet ik werken voor NaSk?

- je maakt een begrippenlijst van alle blauwe woorden en schrijft in eigen woorden wat deze betekenen.

- je leert deze woorden 

- je maakt je opgaven en wanneer ze nagekeken zijn, leer je deze ook

- je doet actief mee in de les

Wat we in de les?

(korte) inleiding van paragraaf

bespreken antwoorden

zoveel mogelijk zelf werken aan huiswerk en begrippenlijst en  het leren van de stof. 

Huiswerk

Maken van begrippenlijsten van paragraaf 1 t/m 4

Leren van deze begrippenlijsten

Maken opgaven 43 t/m 46 48, 49, 51

(en eerder opgegeven opgaven die je 'vergeten' bent te maken)