1hv - de ontkenning= la negation

De ontkenning
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

De ontkenning, c'est quoi?

Slide 2 - Tekstslide

De ontkenning
Doel:
Aan het einde van de les weet je hoe je in het Frans de ontkenning kunt gebruiken. Met behulp van een stappenplan.

Slide 3 - Tekstslide

Een ontkenning is een manier om te zeggen dat je iets niet hebt gedaan. Het wordt ook wel een negatieve zin genoemd. 

Slide 4 - Tekstslide

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne ........ pas

Slide 5 - Tekstslide

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik eet geen vis . – Je ne mange pas de poisson .

Slide 6 - Tekstslide

Les lunettes

Slide 7 - Tekstslide

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 9 - Tekstslide

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je ne  parle pasfrançais.
Tu n'habites pas  à Paris?
je n'ai pas 13 ans
Nous ne travaillons pas à 
Elle ne danse pas toute seule.

Slide 10 - Tekstslide

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je ne parle pas  français.
Tu n' habites pas à Paris?
Je n'ai pas13 ans
Nous ne  travaillons pas  
Elle ne danse pas  toute seule.

Slide 11 - Tekstslide


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 12 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 13 - Open vraag

Ontkenning
Hoe moet dat ook alweer?

1. Uit hoeveel woorden bestaat de ontkenning in het Frans?
2. Op welke plek in de zin staat de ontkenning?    
 

Schrijf voor jezelf op wat je nog weet over de ontkenning

Slide 14 - Tekstslide


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 15 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 16 - Open vraag

Le hamburger 

Slide 17 - Tekstslide