Leerjaar 2 GL, 6.4 schaal vergroten en verkleinen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we deze les doen?

• Werken met schaal en kaart

getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl

getalenruimte.digitaal.noordhoff.nl

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Schaal op een kaart is 1 : 4.000.000
Hoeveel kilometer is 1 cm op de kaart in werkelijkheid?

1. 4 kilometer
2. 40 kilometer
3. 0.4 kilometer
4. 400 kilometer

De schaal van een kaart is 1 : 9000
De afstand op de kaart bedraagt 15 cm.
Hoeveel km is dit in werkelijkheid?

1. 135000 km
2. 1,35 km
3. 600 km

1 cm op de kaart is:

1. 750 meter in het echt
2. 500 meter in het echt
3. 250 meter in het echt
4. 0 meter in het echt

schaal: als de schaal 1: 50 is dan betekent dat:....

1. de foto is 50x zo klein als in het echt
2. dan moet je het aantal cm op foto delen door 50
3. als de foto 1 cm hoog is, is deze in het echt 50 m hoog
4. dan moet je bij alle cm op de foto 50 cm optellen

Het model is 11,5 cm.
Schaal 1:18.

Wat betekent de schaal?

1. 1 cm in het model is 18 cm in het echt
2. 1 cm in het echt is 18 cm in het model
3. 1 cm in het model is 11,5 cm in het echt
4. 18 cm in het model is 1 cm in het echt

De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoeveel meter is de auto in het echt als deze auto 4 cm op schaal is?

1. 4000 cm
2. 400 cm
3. 40 meter
4. 4 meter

Wat zal de schaal zijn
bij dit plaatje, als de tekening
3 cm is?

1. 1:8
2. 1:800
3. 1:24
4. 1:2400

Hiernaast zie je een
schaalmodel van auto. Het model is 25 cm lang en de schaal is 1:18. Hoe lang is de auto in het echt volgens deze schaal?

1. 4 m
2. 4,3 m
3. 4,5 m
4. 4,7 m

De pinguïn is in werkelijkheid 63 cm hoog.
Wat is de schaal van de afbeelding?

1. schaal 1: 7
2. schaal 1 : 124
3. schaal 1 : 25
4. schaal 1 : 9

Wat heb je deze les geleerd?

Het gebruiken de schaal bij een kaart en het berekenen met schaal bij een schaalmodel.

Wat? hoofdstuk 6.4

Waar? dit moet in het schrift.

Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Ga aan de slag met diagnostische toets/volgende paragraaf (in het schrift).

Niet overleggen, geen vragen             -->

Niet overleggen, wel vragen                -->

Overleg én vragen wel toegestaan    -->