Rekenen procenten en Verbanden 5-2-2025

Rekenen - verbanden en procenten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen - verbanden en procenten

Slide 1 - Tekstslide

In welke maand wordt er meer dan 800.000 kg strooizout verbruikt?
A
december
B
januari
C
februari
D
maart

Slide 2 - Quizvraag


Hoeveel procent van de jongens speelt per week
0 - 5 uur games?
A
62 %
B
72 %
C
46 %
D
26 %

Slide 3 - Quizvraag

Voor hoeveel procent is je batterij gevuld?
A
10%
B
30%
C
40%
D
80%

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel procent is gekleurd?
A
80 %
B
55%
C
20%

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel procent is dan 2/5?
A
20%
B
25%
C
30%
D
40%

Slide 6 - Quizvraag

Sorry! Omdat wij onze excuses willen
maken, de McKroket nu met fikse
korting. In plaats van 2 euro 50,
nu tijdelijk voor 2,- euro!
Hoeveel procent korting krijg je?
A
50%
B
10%
C
20%
D
25%

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder staat het verloop van de winst van een supermarkt.
In welke jaren stijgt de winst van de supermarkt?
A
2003 t/m 2004
B
2005 t/m 2007
C
2008 t/m 2010
D
2003 t/m 2010

Slide 9 - Quizvraag

Margreet reist met de trein van Rotterdam Centraal naar Groningen. Zij heeft om vijf uur een afspraak in Groningen en wil reizen zonder overstap. Hoe laat moet zij uit Rotterdam vertrekken om op tijd te komen voor haar afspraak?
A
13:05
B
13:35
C
14:05
D
14:35

Slide 10 - Quizvraag

Veel mensen brengen een bezoek aan het Openluchtmuseum. Hoeveel bezoekers waren er in week 33 meer dan in week 32? ..... bezoekers

Slide 11 - Open vraag

Je ziet 4 figuren met sterren.
Hoeveel sterren zou figuur 3 moeten hebben.

A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Koen gaat naar de middelbare school.
Hieronder zie je zijn rooster.
Hoeveel lesuren per week heeft hij wiskunde in de ochtend?
A
2 lesuren
B
3 lesuren
C
4 lesuren
D
5 lesuren

Slide 13 - Quizvraag

Anne en Roos willen samen op vakantie.
Zij boeken een appartement voor een week in het hoogseizoen. Hoeveel moeten zij betalen voor het appartement?
A
€105,-
B
€110,-
C
€160,-
D
€165,-

Slide 14 - Quizvraag

Een groep leerlingen is gevraagd hoe ze die dag naar school zijn gekomen. In de tabel zie je de resultaten. Welke cirkeldiagram hoort bij de tabel?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 15 - Quizvraag

Je brengt kranten rond. Welke uitspraak is juist?


A
Als je 50 kranten rondbrengt, krijg je €3,-
B
Als je 50 kranten rondbrengt, krijg je €8,-
C
Als je 100 kranten rondbrengt, krijg je €6,-
D
Als je 100 kranten rondbrengt, krijg je €16,-

Slide 16 - Quizvraag

Je ziet hier een overzicht van de uitgaven van de familie Visser. In het eerste kwartaal van 2011. In welke maand heeft de familie het minst uitgegeven?
A
Januari
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 17 - Quizvraag

In 2009 zijn meer hybride auto's verkocht dan in 2008. hoeveel meer?
A
5000
B
10000
C
15000
D
20000

Slide 18 - Quizvraag

Noa (18 jaar) gaat met Bram (3 jaar) en Roos (4 jaar) naar het zwembad. Hoeveel entree moeten ze in totaal betalen?
A
6,70
B
6,80
C
6,90
D
7,-

Slide 19 - Quizvraag

De prijs van cola in Europa:
Stelling 1: In Denemarken betaal je 4x zoveel als in Polen.
Stelling 2: In Italië betaal je de helft van wat je in Denemarken betaalt.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

In het staafdiagram zie je de verkoop van cd's in de maand december van muziekzaak "More Music"!
Hoeveel cd's zijn er in totaal verkocht in de maand december?
A
1450
B
1500
C
1550
D
1650

Slide 21 - Quizvraag