Par. 6: Ontwikkeling

Par. 6: Ontwikkeling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Par. 6: Ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan de ontwikkeling bij planten en dieren uitleggen.
Je kent de levensfasen en ontwikkeling bij de mens.

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkeling bij planten
Ontwikkeling is een verandering in de bouw van een organisme.
De meeste planten groeien uit een zaad. De kiemplant heeft de eerste dagen nog geen blad, maar later krijgt hij ze wel. Dit is een voorbeeld van ontwikkeling.

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkeling bij dieren
Bij sommige dieren vindt de ontwikkeling vooral tijdens de eerste levensfase plaats. Bij voorbeeld bij vogels in het ei of bij zoogdieren in de baarmoeder.
Maar er zijn ook diergroepen waar de jonge dieren niet op de volwassenen lijken. Bv. de rups lijkt niet op de vlinder. Bij deze dieren noemen we de jongen larven.

Slide 4 - Tekstslide

Metamorfose
Voordat een larve een volwassen dier wordt, vindt metamorfose (gedaanteverwisseling) plaats.
Tijdens de metamorfose verandert de lichaamsbouw en ook de levenswijze van het dier.

Slide 5 - Tekstslide

Levenscyclus van een vlinder

Slide 6 - Tekstslide

Levenscyclus van een vlinder
ei: in het ei vindt veel ontwikkeling plaats naar rups
rups: in een rups is geen ontwikkeling, wel veel groei (vervellen)
pop: in dit stadium vindt weer veel ontwikkeling plaats (metamorfose)
imago: een volwassen vlinder ontwikkelt en groeit niet meer

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkeling bij mensen
Er vinden zowel lichamelijke als geestelijke ontwikkeling bij mensen plaats.

Voorbeelden van geestelijke ontwikkeling:
een kind is zeer afhankelijk van zijn ouders en heeft weinig besef van verantwoordelijkheid, een volwassene is meer onafhankelijk en neemt zijn verantwoordelijkheid.

Slide 8 - Tekstslide

Levensfasen bij mensen
baby (0 tot 1 jaar): kan nog niet (goed) lopen
peuter (1 tot 4 jaar):  veel motorische ontwikkeling, bv. praten, tekenen, rennen
kleuter (4 tot 6 jaar): fietsen, met andere kinderen spelen
schoolkind (6 tot 12 jaar): lezen, schrijven, rekenen
puber (12 tot 16 jaar): veel ontwikkelingen
adolescent (16 tot 21 jaar): mensen leren zelfstandigheid
volwassene (21 tot 67 jaar): zelfstandig, kinderen opvoeden
oudere (na 67 jaar): vaak hulp nodig

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Je kent de metamorfose en de levenscyclus bij insecten.
Je kan voorbeelden van ontwikkeling noemen.
Je kent de levensfasen bij mensen.

HW: opdr. 16 t/m 21
Keuzeopdrachten: metamorfose ; levensfase bij de mens

Slide 11 - Tekstslide

Wat is onjuist over een larve van een insect?
A
de larve kan later een pop worden
B
de larve groeit niet veel
C
de larve lijkt vaak niet op de imago
D
de larve moet soms vervellen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen ontwikkeling?
A
een rups komt uit een ei
B
in de puberteit verandert je lichaam
C
een bloem groeit op een struik
D
een plant groeit 5 cm per dag

Slide 13 - Quizvraag

In welke levensfase is er een sterke motorische ontwikkeling?
A
bij peuters
B
bij schoolkinderen
C
bij pubers
D
bij volwassenen

Slide 14 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van geestelijke ontwikkeling bij kinderen.

Slide 15 - Open vraag

Welke leeftijdscategorie hoort bij de levensfase adolescent?
A
tussen 15 en 20 jaar
B
tussen 16 en 25 jaar
C
tussen 16 en 21 jaar
D
tussen 18 en 22 jaar

Slide 16 - Quizvraag

Bij jongeren vindt ook ontwikkeling van het gevoelsleven plaats. Dit noemen we...
A
lichamelijke ontwikkeling
B
verandering
C
geestelijke ontwikkeling
D
veroudering

Slide 17 - Quizvraag