Werkwoordspelling

Oefentoets
Werkwoord spelling

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets
Werkwoord spelling

Slide 1 - Tekstslide

De burgemeester ...... (beantwoorden) de brief.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorden
D
beantwoort

Slide 2 - Quizvraag

Er (woeden-tt) een orkaan.

Slide 3 - Open vraag

(houden)........ jij van spruitjes?
A
houd
B
houdt
C
hout
D
houden

Slide 4 - Quizvraag

De familie ………(rijden) met de auto naar de Efteling.
A
rijd
B
rijdt
C
rijden
D
rijt

Slide 5 - Quizvraag

Te veel eten (schaden-tt) de gezondheid.

Slide 6 - Open vraag

Het hout ........ (verbranden) in de open haard.
A
verbrand
B
verbrandt
C
verbrant
D
verbranden

Slide 7 - Quizvraag

38. Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(verzamelen)
Mijn opa heeft van alles ... over de watersnoodramp in Zeeland

Slide 8 - Open vraag

......... (luiden) jij de kerkklokken?
A
luid
B
luidt
C
luiden
D
luit

Slide 9 - Quizvraag

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 10 - Quizvraag

Kies of het woord dat je invult een persoonsvorm (pv) of een voltooid deelwoord (vd) is en noteer daarna de juiste vorm.

42. pv/vd - Tibbe [betaald/betaalt] voor ons de ijsjes.


Slide 11 - Open vraag

Het koolmeesje (broeden-vt) in die boom.

Slide 12 - Open vraag

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 13 - Quizvraag

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 14 - Quizvraag

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 15 - Quizvraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb de hele avond (dansen)

Slide 16 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van:
beloven

Slide 18 - Open vraag

De vriendinnen lopen kletsend naar de klas.
Kletsend is een:
A
persoonsvorm
B
infinitief
C
voltooid deelwoord
D
onvoltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Vul het onvoltooid deelwoord in: De kat at (smakken) haar kauwstaafje op.

Slide 20 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord van juichen

Slide 21 - Open vraag