Schrijfvaardigheid-formeel-oefenen
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De datum bij een brief noteer je zo:
A
11 November
B
11 November 2022
C
11. November 2022
D
11. November
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Ik zou u iets willen vragen.
A
Ich möchte Sie etwas fragen.
B
Ich hätte eine Bitte an Sie.
Slide 9 - Quizvraag
Hoe is de aanhef van een brief
als je niet weet wie de contactpersoon is?
als je niet weet wie de contactpersoon is?
Slide 10 - Open vraag
Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan een man (meneer X) stuurt?
of e-mail aan een man (meneer X) stuurt?
Slide 11 - Open vraag
Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan een vrouw (mevrouw X) stuurt?
of e-mail aan een vrouw (mevrouw X) stuurt?
Slide 12 - Open vraag
De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 13 - Quizvraag
de juiste afsluiting is:
A
Mit freundliche Grüße
B
Mit freundlichen Grüßen
C
Liebe Grüße
D
Tschüß
Slide 14 - Quizvraag
Je eindigt de formele brief of e-mail met je...
A
voor- en achternaam
B
je voornaam
C
voorletter en achternaam
D
je achternaam
Slide 15 - Quizvraag
Bij een formele brief of e-mail spreek je degene aan met "du"
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
In een formele e-mail spreek je degene altijd aan met...
Slide 17 - Open vraag
Wat is correct?
A
Herzlichen dank
B
Herzlichen Dank
C
Herzlich Dank
D
Herzlich dank
Slide 18 - Quizvraag
Ik verheug me op uw brief.
A
Ich verheue mich auf Ihren Brief.
B
Ich bin froh auf Ihren Brief.
C
Ich freue mich auf Ihren Brief.
