7.3 Het verhaal van de fossielen 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.3 Het verhaal van de fossielen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 7.3 Het verhaal van de fossielen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 7.3 Je kunt
  • beschrijven hoe fossielen ontstaan
  • beschrijven hoe je de relatieve ouderdom van fossielen kunt bepalen
  • beschrijven hoe je de exacte ouderdom van fossielen kunt bepalen
  • uitleggen wat convergente en divergente evolutie is 
  • uitleggen wat het verschil is tussen analoge en homologe organen en kunt voorbeelden noemen van beide

Slide 3 - Tekstslide

Fossielen
In oude aardlagen worden fossielen gevonden. Dit geeft inzage in soorten die miljoenen jaren geleden leefden. Fossielen ontstaan door remming afbraak door micro-organismen
  • Verstening – bedekking door zand of slik (zachte delen vergaan, onder grote druk worden de harde delen versteend)
  • Verdroging – in woestijnen
  • Kou
  • Lage pH en zuurstofgebrek
  • Opsluiten in barnsteen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Onderzoek
Uit fossielen kunnen onderzoekers allerlei informatie halen over het uitgestorven dier:
Hoe zag het skelet er uit (-> hoe bewoog het dier zich voort)
Uiterlijk (veren/ huid/ schubben)
Welke kleur hadden de veren? (microscoop)

Slide 6 - Tekstslide

Dateren van fossielen
Gidsfossielen – relatieve leeftijd
C-14 methode - absolute leeftijd

Slide 7 - Tekstslide

Gidsfossielen
Van gidsfossielen is bekend uit welke
periode ze komen.
Bijvoorbeeld Trilobieten leefden 521 tot
250 miljoen jaar geleden. Verschillende
soorten in verschillente periodes. Kom
je die in een aardlaag tegen? 
-> relatieve ouderdomsbepaling.

Slide 8 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
Bepalen van de absolute ouderdom van fossielen aan de hand van isotopen.
Isotopen: chemische elementen die zich chemisch hetzelfde gedragen maar met een verschillende atoommassa.


Slide 9 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
Koolstof kent uit 3 isotopen met de atoomgewichten 12, 13 en 14. C-12 en C-13 zijn stabiel, C-14 is niet stabiel (radioactief)

Slide 10 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
C-12, C-13 en C-14 komen in een vaste verhouding voor in de atmosfeer. Levende organismen bevatten C-12, C-13 en C-14 in diezelfde verhouding doordat koolstof steeds wordt vernieuwd.
In dode organismen verdwijnt C14 langzaam.

De standaard hoeveelheid C14 is 0,0000765%

Slide 11 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
C14 verdwijnt doordat het 'vervalt' tot Stikstof. Hierdoor verandert de verhouding C14/C12 (R).

Slide 12 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
Elke 5730 jaar is de helft van de C-14 vervallen tot stikstof (N). De halfwaardetijd is dus 5730 jaar.



Slide 13 - Tekstslide

Vraag
Een archeologe heeft een schedel van een sabeltandtijger gevonden waarvan zij de ouderdom wil weten. In het laboratorium meet ze dat de hoeveelheid C14 precies een kwart is van die van levende dieren.

Hoe oud is de schedel?

Slide 14 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
Geschikt voor fossielen tot 60.000
jaar oud.

Hoeveelste deel van  C14 is er 
nog over na 60.000 jaar?

Slide 15 - Tekstslide

C-14 methode/ koolstofdatering
Hoeveelste deel van  C14 is er 
nog over na 60.000 jaar?
60.000/5730=10 (afgerond)
= 1/1024

De standaard hoeveelheid C14 
is 0,0000765%


Slide 16 - Tekstslide

Verwantschap
Hoe bepaal je verwantschap tussen soorten?
Homologe organen - 
overeenkomstige 
lichaamsbouw

DNA


Slide 17 - Tekstslide

Homologe organen

Slide 18 - Tekstslide

Homoloog - divergent
Homologe organen wijzen op divergente evolutie.

Vanuit één gemeenschappelijke voorouder ontstaan veel verschillende soorten.

Divergent: van elkaar af

Slide 19 - Tekstslide

Analoge organen
Organen met dezelfde functie
- ándere bouw
Wijzen níet op verwantschap

Waar wel op?


Slide 20 - Tekstslide

Analoog - convergent
Analoge organen wijzen op covergente evolutie.

Verschillende soorten ontwikkelen vergelijkbare organen.

Convergent: naar elkaar toe

Slide 21 - Tekstslide

Lees opdracht
Op Classroom 
Ga naar H7 Evolutie
Ga naar Evolutie in de media
Open document RTL evolutie onzin.

Er staan twee dingen in die niet kloppen. Welke? 

Slide 22 - Tekstslide

Missing links
Missing links: fossiele overgangsvorm tussen organismen (bijv. van zee naar land).





Slide 23 - Tekstslide

Kijkopdracht
Bekijk de video.
Probeer in biologisch/ evolutionair juiste termen uit te leggen wat je hebt gezien.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Lesdoel 7.3 Je kunt
  • beschrijven hoe fossielen ontstaan
  • beschrijven hoe je de relatieve ouderdom van fossielen kunt bepalen
  • beschrijven hoe je de exacte ouderdom van fossielen kunt bepalen
  • uitleggen wat convergente en divergente evolutie is 
  • uitleggen wat het verschil is tussen analoge en homologe organen en kunt voorbeelden noemen van beide

Slide 26 - Tekstslide

HUISWERK
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak opdrachten
18, 20, 23, 24 van 7.3

Slide 27 - Tekstslide