mavo 4 2526 eerste les

mavo 4 2526 eerste les
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

mavo 4 2526 eerste les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie startklaar
Neem altijd mee:
- Schrift en pen
    * Aantekeningen maken moet!
- Je boek
- Rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Mavo 4 economie 2526
SE2 - Hoofdstuk 1, 2, 5 en 6
     - eind november - begin december
SE3 - Hoofdstuk 3, 4, 7 en 8 + herhalen periode 1
     - eerste helft maart
CSE woensdag 13 mei 2026, 13.30 -15.30



Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Economie 4-5 domeinen 
Consumptie/gezinnen: H1 en 2
Overheid: H5 en 6

Arbeid en productie/bedrijven: H3 en 4
Internationale ontwikkelingen: H7 en 8

5de domein: Natuur en milieu

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - 13 mei 2026
40 - 45 vragen,
Waarvan:
40 - 45% gesloten vragen
30 - 35% rekenen
25% open vragen
+ 8-10 informatiebronnen
+ begrijpend lezen!

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Meerkeuzevragen
- Gaten teksten/kiezen uit 2/3 begrippen
- Logische gedachtegang

Slide 6 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Meerkeuzevragen

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Meerkeuzevragen

Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Informatiebronnen

Slide 9 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Gaten teksten/kiezen uit 2/3 begrippen

Slide 10 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Meerkeuzevragen
- Gaten teksten/kiezen uit 2/3 begrippen
- Logische gedachtegang

Slide 11 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Gesloten vragen
- Meerkeuzevragen
- Gaten teksten/kiezen uit 2/3 begrippen

Slide 12 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
- Procenten (procentuele verandering, percentage erbij/eraf, percentage van een getal)
- Indexcijfers
- Gemiddelden
- Grote getallen
- Formules (bv kredietkosten, afschrijvingen, nettowinst, samengestelde rente)

Slide 13 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
Reservering per periode: te sparen bedrag : aantal periodes
Indexcijfer: Nieuw getal : getal uit basisjaar x 100
Kredietkosten = Termijnbedrag x aantal termijnen – krediet (lening).
Verandering koopkracht = Nominale verandering loon – inflatie
Van maand naar week: Maandbedrag x 12 : 52
Consumentenprijs = verkoopprijs : 100 x (100 + btw-percentage)
Samengestelde interest = Spaarbedrag x groeivoet^aantal periode
Groeivoet = (100 + %)/100


 

Slide 14 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
Ik wil over 3 jaar een brommer kopen. Deze kost € 2.700. Ik heb al € 300 gespaard
Hoeveel moet ik per maand reserveren (sparen) om deze te kunnen kopen?

Je loon stijgt met 5,3%. De inflatie is 2,5%. Bereken de verandering van de koopkracht?



 

Slide 15 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
Een laptop kostte in 2023 € 699
In 2025 kost deze laptop € 765
Bereken het indexcijfer voor 2025 (2023 is het basisjaar)

Ik leen bij de bank € 12.000,-. De komende 6 jaar moet ik elke maand € 180,- terugbetalen. Bereken mijn kredietkosten?



Slide 16 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
Het minimumloon bedraagt € 1.759,- per maand. Een bijstandsuitkering is voor een alleenstaande 68% van het minimumloon.
Bereken de hoogte van een bijstandsuitkering per alleenstaande per maand


Bereken de hoogte van een bijstandsuitkering per week




Slide 17 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

CSE - Rekenen
Ik heb € 4.000 op mijn spaarrekening staan. Het rentepercentage is 3,2% per jaar.
Bereken mijn spaarbedrag na 3 jaar: Gebruik samengestelde interest





Slide 18 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 1.1 maak opgaven:
8, 9 en 11 op pag 12 en 13

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 1.3 Het meten van je koopkracht
Leerdoelen:
  1. Je kunt berekeningen uitvoeren met indexcijfers.
  2. Je kunt de ontwikkeling van de koopkracht berekenen en verklaren.
  3. Je kunt uitleggen hoe prijsstijgingen in een land worden vastgesteld en berekenen

Slide 21 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 1.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met procenten.
Berekening procentuele verandering:

(nieuw - oud) : oud x 100%
of
Verschil : oud x 100%

Slide 22 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 1.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met indexcijfers.
Indexcijfer: Een getal dat aangeeft hoeveel een bepaalde grootheid in een periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken periode.

 Berekenen indexcijfers:

Slide 23 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

§ 1.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met indexcijfers.

Slide 24 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Mo verkoopt blikjes cola op school voor € 1 per stuk. Hij koopt 10 blikjes bij de AH. Hij betaalt daarvoor in totaal € 3.
Vraag: Bereken de winst als hij alle blikjes verkoopt?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mo verkoopt blikjes cola op school voor € 1 per stuk. Hij koopt 10 blikjes bij de AH. Hij betaalt daarvoor in totaal € 3.
Zijn vriend Ali deelt de blikjes uit. Die krijgt daar € 1 salaris voor. Vraag: Bereken de winst als hij alle blikjes verkoopt?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Je kunt een winst-en-verliesrekening beschrijven
Opgave: Mario verkoopt per maand 1.000 pizza’s. De verkoopprijs is € 12 per pizza.
De ingrediënten voor 1.000 pizza’s, zoals meel, olijfolie, salami en tomatensaus, kosten € 3.000.
Hij huurt zijn pizzeria voor € 2.600. Het salaris van de kok bedraagt € 3.900. De afschrijvingskosten voor zijn oven bedragen € 500.  --> Bereken het nettoresultaat.

Slide 27 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3 Je kunt een winst-en-verliesrekening beschrijven
Kosten: de waarde van alle middelen die zijn verbruikt om goederen te produceren of diensten te leveren.

Voorbeelden: inkoopkosten, loonkosten, huisvestingskosten, marketingkosten

Slide 28 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3 Je kunt een winst-en-verliesrekening beschrijven
Omzet
inkoopkosten -/-
brutowinst
bedrijfskosten -/-
winst

Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3 Je kunt een winst-en-verliesrekening beschrijven
Afschrijven: het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering (door het gebruik of verstrijken van de tijd) van duurzame productiemiddelen.

Door af te schrijven worden de kosten van gebruik van een duurzaam productiemiddel toegerekend aan de perioden waarover het opbrengsten realiseert.

Slide 30 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3 Je kunt een winst-en-verliesrekening beschrijven
Formule periodieke afschrijving:
(aanschafprijs - restwaarde) / gebruiksduur

Slide 31 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Een pakketbezorger koopt een bestelbus voor € 60.000. De onderneming verwacht de bestelbus 5 jaar te gebruiken en dan de bus voor € 12.000 te kunnen verkopen.
Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Je kunt het verschil tussen de scrontovorm en paginavorm aangeven
Een W&V-rekening kun je op 2 manieren presenteren:

1) pagina vorm: opbrangsten en kosten worden onder elkaar weergegeven

Slide 33 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3 Je kunt het verschil tussen de scrontovorm en paginavorm aangeven
Een W&V-rekening kun je op 2 manieren presenteren:

2) scrontovorm: opbrengsten (rechts) en kosten (links) worden naast elkaar weergegeven.
De linker- en rechtkant zijn aan elkaar gelijk. Dit wordt gerealiseerd door de winst links weer te geven (of het verlies rechts)

Slide 34 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 2.1 Beginbalans
Leerdoelen:
  1. Je kunt een balans opstellen
  2. Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
  3. Je kunt de volgorde van de balansposten aangeven

Slide 35 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.1 Je kunt een balans opstellen
Balans: een overzicht van bezittingen en schulden & eigen vermogen van een onderneming

- De bezittingen (of activa) staan aan de linkerkant/de debetzijde.
- De schulden en het eigen vermogen (passiva) staan aan de rechterkant/creditzijde

Slide 36 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt een balans opstellen
Een balans is:
1) een momentopname (einde van een maand/kwartaal/jaar)
2) altijd in evenwicht: de debet- en creditzijde zijn ALTIJD aan elkaar gelijk

Slide 37 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Kapitaalgoederen: Bezittingen van een onderneming:
vaste activa, vlottende activa waaronder de liquide middelen.



Slide 38 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Vaste activa:
Bezittingen die langer dan een jaar meegaan.
Voorbeelden: gebouwen, transportmiddelen, machines


Slide 39 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Inventaris:
Bedrijfsmiddelen die gebruikt worden voor de bedrijfsvoering. Voorbeelden zijn je bureau of laptop, stoelen of tafels.


Slide 40 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Voorraad:
Ingekochte en/of geproduceerde goederen of grondstoffen die in het magazijn van een onderneming liggen.

Slide 41 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Bij de inkoop en verkoop van goederen zijn er 2 mogelijkheden om te betalen:
Meteen --> "contant"
Later --> "op rekening" (op termijn)

Slide 42 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Betaling meteen loopt via de balanspost "bank" of "kas"


Betaling op rekening loopt via balanspost:
- "Crediteuren": jij betaalt jouw leverancier later
- "Debiteuren": je klant betaalt jou later




Slide 43 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Debiteuren:
Afnemers/klanten op wie je een vordering hebt omdat je aan hen goederen op rekening hebt verkocht.



Slide 44 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Crediteuren:
Crediteuren zijn leveranciers aan wie je een schuld hebt omdat je bij hen goederen op rekening hebt gekocht.




Slide 45 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Creditzijde: hoe is de onderneming gefinancierd.
Eigen vermogen: geld dat door de eigenaren is ingebracht; permanent vermogen
Vreemd vermogen: Leningen en schulden die altijd moeten worden terugbetaald; tijdelijk vermogen.





Slide 46 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt verklaren wat de verschillende balansposten inhouden
Lang vreemd vermogen
Vreemd vermogen op lange termijn heeft een looptijd van langer dan een jaar.

Kort vreemd vermogen
Vreemd vermogen op korte termijn heeft een looptijd tot een jaar.






Slide 47 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt de volgorde van de balansposten aangeven
Looptijd bepaalt de plek op de balans, hoe langer het actief meegaat, hoe hoger op de balans.
Vaste activa: looptijd/gebruik > 1 jaar
Vlottende activa: eenmalig gebruik/looptijd korter dan 1 jaar
Liquide middelen: geld op de bank of in de kas 






Slide 48 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1 Je kunt de volgorde van de balansposten aangeven

Slide 49 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Balansposten die je moet kennen in Havo 4

Slide 50 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 2.2 Verandering balans
Leerdoel:
Je kunt financiele feiten verwerken in een balans

Slide 51 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.2 Je kunt financiele feiten verwerken in een balans
Balansmutatie: bij ieder financieel feit - bv een aankoop, verkoop of betaling - veranderen er balansposten.

Let op: er veranderen altijd minimaal 2 balansposten, maar het kunnen er ook 3 of meer zijn

Slide 52 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2 Je kunt financiele feiten verwerken in een balans
Balansmutatie: bij ieder financieel feit - bv een aankoop, verkoop of betaling - veranderen er balansposten.

Let op: na verwerking van het financiele feit is de balans weer in evenwicht. Dus het balanstotaal aan beide kanten van de balans verandert met hetzelfde bedrag (of verandert niet)

Slide 53 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2 Je kunt financiele feiten verwerken in een balans
Opgave: Eva koopt voor een bedrag van € 18.000 aan kleding. Per ING Bank betaalt zij contant aan haar leveranciers € 8.000; het restant betaalt zij na een maand
Geef de balansmutaties

Slide 54 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2 Je kunt financiele feiten verwerken in een balans
Opgave: Eva verkoopt contant (per bank) voor een bedrag van € 15.000. De inkoopprijs van de verkochte kleding is € 9.000
Geef de balansmutaties

Slide 55 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

§ 2.4 Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
Leerdoel:
Je kunt een balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeitsoverzicht opstellen

Slide 56 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.4 Je kunt een balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeitsoverzicht opstellen
Liquiditeitsoverzicht
Een overzicht van de werkelijke ontvangsten en uitgaven.

Slide 57 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.4 Je kunt een balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeitsoverzicht opstellen
Verschil opbrengsten en ontvangsten:
Opbrengsten: het moment van de verkooptransactie
Ontvangsten: Het moment dat het geld wordt ontvangen

Betaling "contant": opbrengsten en ontvangsten vallen op hetzelfde moment
Betaling "op termijn": de ontvangst is later dan de opbrengst

Slide 58 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.4 Je kunt een balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeitsoverzicht opstellen
Liquiditeitstekort:
De onderneming heeft niet genoeg geld op de bank of in kas om de noodzakelijke betalingen te verrichten

Slide 59 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

           Begrippen
           uit deze les

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Afsluiting

Slide 61 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Aan de slag
Maak opgaven 1 en 2 op pagina 12.

Slide 62 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Leerdoelen § 1: jouw financiën
2. Je kent de begrippen middelen en schaarste en je kan het verband tussen deze                     begrippen uitleggen.

Slide 63 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.