Afsluiting 4.1 + Start opdracht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

afsluiting 4.1

start begrippen opdracht

Deze les:

• herhaling vorige les
• vaardigheid feit en mening
• Oefenvragen 4.1
• afsluiting 4.1
• uitleg opdracht
• aan de slag met het uitwerken van de eerste 4 begrippen. 

Aan het einde van deze les:

... heb je laten zien dat je je kennis van paragraaf 4.1 kunt toepassen in oefenopgaven.

... heb je geleerd hoe de begrippenopdracht van H4 eruit ziet.

... heb je geleerd hoe je een afbeelding aan een begrip kan koppelen.

... heb je zelf 4 afbeeldingen gezocht bij de begrippen van paragraaf 4.1: dictator, keizer, wereldrijk, senaat.

Oorzaken voor de moord
op Julius Caesar

Gevolgen van de moord
op Julius Caesar

Vaardigheid: Feit en mening

feit: iets dat we kunnen controleren, het is echt gebeurd

mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Gebruik bron 3.
De bron gaat over feiten en meningen. Schrijf uit de bron:
- twee feiten en
- twee meningen over.

4.1: Van stad tot wereldrijk

Dit heb je geleerd:

• hoe Rome eerst werd bestuurd.
  
• je hoe Rome gebieden ging veroveren.
  
• hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd.
  
• hoe burgeroorlogen leidden tot het ontstaan van het keizerrijk.
  
• hoe keizers zorgden voor vrede in het rijk.

Opdracht H4:

Voorbeeld 1:

Ik zie op de afbeelding: een man met een krans op zijn hoofd en een cape.

Dit betekent dat dit een belangrijke man was in het Romeinse rijk, het is Julius Caesar.

Hieruit concludeer ik dat deze afbeelding past bij het begrip dictator, omdat Julius Caesar zichzelf uitriep tot dictator voor het leven.

Voorbeeld 2:

ik zie op deze afbeelding: een kaart met verschillende kleuren.

dit betekent: dat dit een kaart is van het Romeinse rijk.

hieruit concludeer ik dat deze afbeelding past bij het begrip: wereldrijk want het Romeinse rijk had gebieden in verschillende werelddelen (Afrika, Europa en Azië)

Aan de slag:

• bepaal of je de opdracht alleen of in een tweetal gaat maken.
• maak een voorblad, een lege blz. voor een inhoudsopgave, schrijf een inleiding
• zoek de betekenis van de eerste 4 begrippen op in je methode of in de lijst in Quizlet.
• zoek passende afbeeldingen bij paragraaf 4.1
• werk de afbeeldingen uit volgens de opdracht.