Examentermen 4.6 t/m 5.1.1

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Behandelen we de laatste examentermen.
  • Gaan we oefenen met examenvragen. 
  • Herhalen we alle examenstof.  

Slide 2 - Tekstslide

Personeelsbeleid
Wat voor mensen werken er? Welke deskundigheid is nodig? Wat moet het personeel uitstralen?

Slide 3 - Tekstslide

Personeel
  • Persoonlijkheid
  • Kennis 
  • Vaardigheden 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijkheid
  • Enthousiasme uitstralen
  • Respect voor de afnemer hebben
  • Betrokkenheid bij de afnemer hebben
  • Betrouwbaar zijn 

Slide 5 - Tekstslide

Kennis
  • Vakkennis
  • Mensenkennis
  • Actuele kennis 

Slide 6 - Tekstslide

Vaardigheden
  • Contactuele vaardigheden
  • Automatisering 

Slide 7 - Tekstslide

Doelen naar managementniveau
omzet moet binnen 5 jaar met 25 % stijgen
eerst komende 2 jaar richten op marktpenetratie om de stijging te realiseren
website uitbreiden met webshopmodule. Binnen een jaar zou dit moeten leiden tot een omzetstijging van 5 - 10 %

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfscultuur
Een wij-gevoel dat personeel moet motiveren en sturen. Drie kenmerken van bedrijfscultuur:
  • de visie van het management en de medewerkers.
  • de taak van het bedrijf.
  • de taak van het personeel. 

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfscultuur
normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen die er in een bedrijf zijn

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfscultuur
Formele bedrijfscultuur bestaat uit vastgestelde regels en voorschriften. 

In een informele bedrijfscultuur werken mensen niet altijd volgens bepaalde afspraken. 

Slide 11 - Tekstslide

Het management richt zich de komende 2 jaar op het vergroten van het marktaandeel met 20%
A
Dit is een tactisch doel
B
Dit is een operationeel doel
C
Dit is een strategisch doel

Slide 12 - Quizvraag

Verschil tussen B2B en B2C
  • Aantal consumenten is groter dan het aantal bedrijven. 
  • De orders van zakelijke klanten zijn groter dan die van consumenten. 
  • B2B markt laat zich niet altijd leiden door prijsstijgingen of dalingen. 
  • Koopmotieven B2B zijn rationeler, economischer en objectiever. 

Slide 13 - Tekstslide

Verschil B2B en B2C
  • Bij inkoopproces B2B wordt vaak gebruik gemaakt van DMU. 
  • Bij B2B is er vaak sprake van een langdurige relatie. 
  • Bij B2B is het gebruikelijk om een kredietverzekering af te sluiten om te voorkomen dat je je geld kwijtraakt als jouw klant niet kan betalen. 

Slide 14 - Tekstslide

Een kledingmerk constateert dat de winst van het concern de laatste jaren heel erg laag is terwijl andere merken het wel goed doen in deze markt. Dat roept de vraag op of het merk te hoge kosten heeft of op een andere manier ineffectief werkt. In de SWOT-analyse kunnen we deze constatering scharen onder de ...
timer
1:00
A
Bedreigingen
B
Zwakten
C
Kansen
D
Sterkten

Slide 15 - Quizvraag


Een kleine bank maakt een SWOT-analyse. Hierbij blijkt dat de naamsbekendheid in Nederland zeer beperkt is. Onder welk element van de SWOT-analyse komt deze constatering te staan?
timer
1:00
A
Bedreigingen
B
Zwakten
C
Kansen
D
Sterkten

Slide 16 - Quizvraag

In het marketingplan van een supermarkt vinden we een interne en een externe analyse. Welk antwoord zou kunnen behoren tot de resultaten van de interne analyse?
timer
1:00
A
Groeiende koopkracht, opkomst van internetwinkelen, meer vraag naar luxeartikelen.
B
De groeiende populariteit van internetbestellen en afhalen, de relatieve vergrijzing van de bevolking
C
Wij zijn goed in het verkopen van verse groenten en fruit en we hebben een fantastisch personeelsbeleid
D
Groeiende concurrentie van andere ketens, groei van de koopkracht en het aantal inwoners

Slide 17 - Quizvraag

We maken een SWOT-analyse voor een kampeerbedrijf. In een rapport van de Rabobank lezen we '...de omzetontwikkeling in de verblijfsrecreatie blijft moeilijk te voorspellen vanwege de grote afhankelijkheid van het weer.' Dit betekent dat eigenaren van campings, hotels en dergelijke nooit van tevoren weten of het qua omzet een goed jaar wordt.
Waar staat de afhankelijkheid van het weer in de SWOTanalyse?

timer
1:00
A
Bedreigingen
B
Zwakten
C
Kansen
D
Sterkten

Slide 18 - Quizvraag

Stel je runt een hotel in een binnenstad. Waar komt 'bereikbaarheid openbaar' vervoer in de SWOT?
timer
1:00
A
Sterk/Zwak
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 19 - Quizvraag

Welke voorbeeld van de SWOT is beheersbaar?
timer
1:00
A
Vergrijzing
B
Crisis
C
Verkoopprijs

Slide 20 - Quizvraag

Er heerst corona over de wereld. Waar komt deze ontwikkeling in de SWOT?
timer
1:00
A
Sterk/Zwak
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 21 - Quizvraag

Voor welke analyse kun je DESTEP gebruiken?
timer
1:00
A
Interne analyse
B
Externe analyse

Slide 22 - Quizvraag

Wat behoort tot de corebusiness van elke supermarkt?
timer
1:00
A
Het verkopen van voedingsmiddelen
B
Het aanbieden van kortingen
C
Het verlenen van service

Slide 23 - Quizvraag

timer
1:00
Operationele doelstelling
Tactische doelstelling
Strategische doelstelling
Korte termijn doelstellingen
Lange termijn doelstellingen
Middellange termijn doelstellingen

Slide 24 - Sleepvraag

timer
1:00
Gemaakte kosten zijn het uitgangspunt
De prijs van de concurrentie is het uitgangspunt
De vraag vanuit de markt is het uitgangspunt
Vraaggeorienteerde methoden
Concurrentiegeorienteerde methoden
Kostengeorienteerde methoden

Slide 25 - Sleepvraag

INTERN
EXTERN
"City Sneaker" heeft een situatie analyse gedaan.  Sleep de uitkomsten naar de juiste onderdelen van de SWOT 
timer
1:00
STRENGTH
WEAKNESS
OPPORTUNITIES
THREATS
Er is een nieuw merk sneaker“ all round”  op de markt gekomen   

Nieuwe ervaren schoenontwerper

De markt voor sneakers groeit snel

Hoog uitval % productie sneakers

Slide 26 - Sleepvraag

Wanneer past een bedrijf going rate pricing toe?
Als de prijs bepaald wordt door.........
timer
1:00
A
de hogere prijs van de concurrenten
B
de gemiddelde prijs van de concurrenten
C
de lagere prijs van de concurrenten
D
Integrale kostprijs

Slide 27 - Quizvraag

Een aardappelgroothandel heeft besloten zijn prijzen op het prijsniveau van de grootste concurrenten vast te stellen. Welke prijsstrategie past de aardappelgroothandel toe?
timer
1:00
A
backward pricing
B
discount pricing
C
stay-out pricing
D
me-too pricing

Slide 28 - Quizvraag

Prijsbeleid waarbij het uitgangspunt is wat de klant wil betalen
timer
1:00
A
Concurrentie georiënteerd
B
Kosten georiënteerd
C
Product georiënteerd
D
Vraag georiënteerd

Slide 29 - Quizvraag

Het kopen van een tweede tas is een voorbeeld van:
timer
1:00
A
initiële vraag
B
vervangingsvraag
C
potentiële vraag
D
additionele vraag

Slide 30 - Quizvraag

Dit is de eerste aankoop van een product door een afnemer
timer
1:00
A
vervangingsvraag
B
initiële vraag
C
potentiële vraag
D
primaire vraag

Slide 31 - Quizvraag

Een retailer biedt zijn producten aan via meerdere verkoopkanalen. Het ene kanaal weet niet wat het andere kanaal doet. Prijzen kunnen bijvoorbeeld in de winkel anders zijn dan online. Dit is een voorbeeld van:
timer
1:00
A
Monochanneling
B
Crosschanneling
C
Multichanneling
D
Omnichanneling

Slide 32 - Quizvraag

Als je praat over de prijzen van het assortiment van een winkel dan heb je het over de ……… van het assortiment
timer
1:00
A
consistentie
B
hoogte
C
lengte
D
verwantschap

Slide 33 - Quizvraag

B2C-marketing is hetzelfde als consumentenmarketing
timer
1:00
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet een assortiment met veel verschillende artikelgroepen?
timer
1:00
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
hoog assortiment
D
smal assortiment

Slide 35 - Quizvraag

De SWOT - analyse kun je splitsen in 2 fasen, welke zijn dat?
A
interne analyse & externe analyse
B
Strategische analyse & diagnose
C
Beginsituatie & prognose
D
Situatieanalyse & SWOT-matrix

Slide 36 - Quizvraag

De DESTEP-analyse is een analyse van de ..
timer
1:00
A
Micro-omgeving
B
Meso-omgeving
C
Macro-omgeving
D
Mega-omgeving

Slide 37 - Quizvraag

Van welke marktvorm is de bloemenveiling een voorbeeld?
timer
1:00
A
Homogeen oligopolie
B
Heterogeen oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 38 - Quizvraag

Snijbloem is een handelsbedrijf in bloemen. Het bedrijf richt zich op een markt waar enkele concurrenten varianten en vergelijkbare producten aanbieden. Van welke marktvorm is hier sprake?
timer
1:00
A
monopolie
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie (heterogeen)
D
volledige mededinging

Slide 39 - Quizvraag

Pink Label verwerkt haar orders tot nu toe nog voornamelijk in Excel. Zij willen komend jaar overgaan tot de aanschaf van een nieuw CRM-systeem. Deze week hebben zij de DMU samengesteld die de markt voor CRM-systemen gaat onderzoeken.
Hoe noemen we de koopsituatie als de DMU daadwerkelijk tot aankoop overgaat?

timer
1:00
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task buying
D
first time buying

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een voordeel van fieldresearch ten opzichte van deskresearch?
timer
1:00
A
Is relatief goedkoop
B
Is up-to-date
C
Kost relatief weinig tijd
D
Is betrouwbaarder

Slide 41 - Quizvraag

Bij deskresearch maak je gebruik van
timer
1:00
A
Primaire gegevens
B
Secundaire gegevens

Slide 42 - Quizvraag

EINDE LES 
Nog vragen?
Veel succes met leren!!

Slide 43 - Tekstslide