3K Voorbereiding op PTA Werk

Herhaling voor PTA 

  • Pak je chromebook of mobiel

  • Wacht rustig tot iedereen de code heeft ingevoerd
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling voor PTA 

  • Pak je chromebook of mobiel

  • Wacht rustig tot iedereen de code heeft ingevoerd

Slide 1 - Tekstslide

Waarom werken we?
Pyramide van Maslow

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Als het tegenzit...

  1. Discriminatie
  2. Ruzie met je baas
  3. Ontslag

Slide 4 - Tekstslide

Discriminatie
  1. Vrouwen
  2. Mensen met een migratie-achtergrond
  3. Leeftijd
  4. Handicap of ziekte

Slide 5 - Tekstslide

Ruzie met je baas

  1. Om sterk te staan tegenover je baas, kun je je aansluiten bij een vakbond.

  2. Zij kunnen een staking organiseren, waarbij ze je loon doorbetalen.

  3. Een vakbond kan ook namens jou praten met je baas of naar de rechter stappen.

Slide 6 - Tekstslide

Noem een voordeel om je aan te sluiten bij een vakbond?

Slide 7 - Open vraag

Wat zou een nadeel kunnen zijn om je aan te sluiten bij een vakbond?

Slide 8 - Open vraag

Positieve discriminatie

  1. Voorrang geven aan
vrouwen, ouderen of mensen met een migratie-achtergrond bij het aannemen van nieuw personeel.

Slide 9 - Tekstslide

Wat vind jij van positieve discriminatie? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Ouders ondersteunen
  1. Kinderopvangtoeslag

  2. Ouderschapsverlof

Slide 11 - Tekstslide

Wat vind jij? Hoeveel dagen zou een vader ouderschapsverlof moeten krijgen?

Slide 12 - Open vraag

Begrippen uit deze les

  • Piramide Maslow
  • Arbo-wet
  • Arbeidscontract
  • 4 soorten discriminatie
  • Vakbond
  • Opzegtermijn





Slide 13 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 14 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 15 - Open vraag

Noem een voordeel van een verzorgingsstaat

Slide 16 - Open vraag

Noem een nadeel van een verzorgingsstaat

Slide 17 - Open vraag

Waar heb je recht op?
Uitkeringen voor werknemers:
  • Werkloos (WW)

  • Ziek (70% doorbetaald, 2 jaar)

  • Arbeidsongeschikt (75% van je loon)

Slide 18 - Tekstslide

Waar heb je recht op?
Uitkeringen voor iedereen:
  • Ouderenpensioen (AOW)

  • Kinderbijslag

  • Bijstand (wanneer je nog nooit premie hebt betaald)

Slide 19 - Tekstslide

Een vakbond komt op voor de belangen van …………. Het gaat dan vaak om de hoogte van het salaris.
A
werkgevers.
B
werknemers.
C
bedrijven.
D
bejaarden.

Slide 20 - Quizvraag

Bij je werk heb je een opzegtermijn. Dat is:
A
een periode waarin je bij je oude baas moet blijven werken.
B
de tijd die je krijgt om te zeggen dat je het oneens bent met je ontslag.
C
de proefperiode als je ergens gaat werken.
D
de tijd die je krijgt om je in te werken.

Slide 21 - Quizvraag

Je kunt op staande voet ontslagen worden als:
A
het bedrijf wordt overgenomen door een ander bedrijf.
B
je solliciteert naar een andere baan.
C
je meer loon wilt hebben.
D
je spullen gestolen hebt op je werk.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een verzorgingsstaat?

A
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers.
B
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers.
C
Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen voor werkenden en niet-werkenden
D
Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is.

Slide 23 - Quizvraag

Nederland is een verzorgingsstaat. Dat zie je bijvoorbeeld aan:
A
de kloof tussen arm en rijk.
B
de lage belastingen.
C
dat ouderen AOW krijgen.
D
de grote sociale ongelijkheid.

Slide 24 - Quizvraag

Wie betalen de premies voor WW-, ziekte- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen?
A
Alleen de werknemers.
B
De regering en de werkgevers.
C
Werknemers en werkgevers.
D
Iedereen die in Nederland woont.

Slide 25 - Quizvraag

Een secretaresse (25) wordt na drie jaar ontslagen. Ze heeft recht op een ...................
A
bijstandsuitkering.
B
werkloosheidsuitkering.
C
AOW-uitkering.
D
arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Slide 26 - Quizvraag

Achmed valt op zijn werk van de steiger 10 meter naar beneden. Door een gebroken rug komt hij voorgoed in een rolstoel. Hij heeft recht op een:

A
arbeidsongeschiktheidsuitkering.
B
bijstandsuitkering.
C
werkloosheidsuitkering.
D
AOW-uitkering

Slide 27 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • Verzorgingsstaat
  • Werkeloosheidswet
  • Ziektewet
  • Arbeidsongeschikt
  • AOW
  • Kinderbijslag
  • Bijstand 





Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je goed snapt over de toetsstof

Slide 29 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen over de toetsstof

Slide 30 - Open vraag