In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Organisatie tijd
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Lees/ Verwerkingstijd
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Lestijd 10 min
Slide 3 - Tekstslide
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
4. Indonesië wordt onafhankelijk (1918-1949)
Slide 4 - Tekstslide
Vanaf ongeveer 1900 vonden veel Nederlanders dat Nederland niet alleen moest verdienen aan Indonesië. Nederland moest het land ook helpen met bijvoorbeeld onderwijs en ziekenzorg.
Onder welke naam staan deze plannen bekend?
A
batig slot
B
ethische politiek
C
kolonisatie
Slide 5 - Quizvraag
Na 1870 kreeg Nederland meer macht in Indonesië.
Met welk gevolg kreeg Nederland al snel te maken?
A
Er werd meer gevochten tussen Indonesiërs onderling.
B
Er werd minder vaak gevochten tussen Nederlanders en Indonesiërs.
C
Het verzet van de Indonesiërs tegen de Nederlanders nam toe.
Slide 6 - Quizvraag
Tussen 1900 en 1945 groeide het nationalisme in Indonesië.
Welke oorzaak voor de groei van het nationalisme is juist:
A
de invoering van de Ethische Politiek
B
de Nederlandse belofte van onafhankelijkheid
C
de toename van de Indonesische bevolking
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Indonesië onafhankelijk werd en hoe Nederland hiermee omging.
Slide 8 - Tekstslide
Teleurstelling bij Indonesische nationalisten
De Volksraad heeft weinig invloed
Jongeren krijgen meestal niet de goede baan waarvoor ze zijn opgeleid
Uit alles blijkt: voorlopig nog geen onafhankelijkheid, het bevalt de Nederlands wel in Indië (Tempo Doeloe)
Slide 9 - Tekstslide
Gevolgen
Radicalisering: geen samenwerking meer met de Nederlanders
(Gewapende) strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld met een opstand
Partai Kommunis Indonesia (PKI)
Partai Nasional Indonesia (PNI)
Slide 10 - Tekstslide
Reactie Nederland
Partijen worden verboden: PKI (1927), PNI (1931)
Leiders worden gevangen gezet: Soekarno en Hatta (PNI)
Alleen gematigde groepen werden toegestaan
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
De Japanse bezetting
Strijd tussen Nederland en Japan duurde van januari-maart 1942
Veel Nederlanders worden gevangen gezet in de interneringskampen (Jappenkampen)
Soekarno en Hatta (vrijgelaten) gaan samenwerken met de Japanners (in ruil voor onafhankelijkheid)
Slide 13 - Tekstslide
Jappenkampen
Interneringskampen in het door Japan bezette Nederlands-Indië
Slide 14 - Tekstslide
Leven in de Jappenkampen (1)
Kampen voor zowel krijgsgevangenen als burgers; mannen en vrouwen
Lijfstraffen
Honger (bubur atji: "stijfselpap")
Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte Dodenspoorlijn: Birmaspoorlijn)
Slide 15 - Tekstslide
Leven in de Jappenkampen (2)
Slechte hygiëne en huisvesting
Ziekte (dysentrie = zware diarree)
Gedwongen prostitutie (Troostmeisjes)
Ongeveer 25.000 Nederlanders zijn omgekomen in de Jappenkampen
Slide 16 - Tekstslide
Honger
Slechte hygiëne en huisvesting
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Pauzemomentje
timer
4:00
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Werktijd max. 20 min.
Maak de opdrachten van deel 1 van het werkboek af
Stel vragen als je er niet uitkomt
Klaar? Kijk wat je alvast voor de volgende les kunt doen.