Hoofdstuk 2: Werken met een zorgdossier Tessa - MAVO

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 3,4

Hoofdstuk 2: Werken met een zorgdossier

Startopdracht:

Welkom, pak je boek, 

maak de test je kennis

Klaar? Start begrippenlijst blz. 49

Planning:

• Test je kennis bespreken
• Uitleg hoofdstuk 2 deel 1
• Praktijkopdrachten over werken met een zorgdossier

Doelstellingen van de vorige lessen:

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

1. welke beroepen er zijn binnen zorg en welzijn;
2. wat eerstelijnszorg en tweedelijnszorg is;
3. welke soorten zorgorganisaties er zijn.

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

• wat een zorgdossier is;
  
• wat een elektronisch cliëntdossier (ECD) en elektronisch patiëntdossier (EPD) is;
  
• wat een zorgleefplan is;
  
• wat bedoeld wordt met vraaggericht werken;

Lees de inleiding (blz. 35)

Inleiding

Zorgdossier:

document waarin belangrijke informatie over de zorgvrager en over de zorg en de behandeling.

Dossier van zorgvrager:

ECD: elektronisch cliëntdossier

EPD: elektronisch patiëntdossier

Elektronisch cliëntdossier (ECD)

In het ECD staan gegevens over de zorgvrager. Onder andere:

 

Algemene gegevens zoals naam, geboortedatum, contactpersoon.

Medicijnen die de zorgvrager gebruikt en bij welke specialist de zorgvrager in behandeling is.

Belangrijke gebeurtenissen in het leven van de zorgvrager.

Medische gegevens zoals de ziekte van de zorgvrager en de gevolgen daarvan.

Algemene beschrijving over het leven van de zorgvrager, welk beroep hij heeft uitgevoerd.

Het zorgleefplan, waarin afspraken die de zorgvrager met de instelling maakt.

Elektronisch cliëntdossier (ECD)

EPD: elektronisch patiëntdossier

 

Wat is het voordeel dat dit in deze tijd digitaal is?

Elektronisch cliëntdossier (ECD)

EPD: elektronisch patiëntdossier

 

Wat is het voordeel dat dit in deze tijd digitaal is?

Zorgverleners en behandelaars kunnen de informatie over de zorgvrager daardoor op elke locatie snel inzien.

Zorgleefplan

Hierin staat:

•  afspraken over de zorg met de cliënt;
  
•  wensen en behoeften van de cliënt;
  
•  informatie over hobby’s, dagbesteding en sociale contacten;
  
•  wat de cliënt nog zelf kan.  

Door een zorgleefplan behoudt de zorgvrager ook zoveel mogelijk de eigen regie over zijn leven.

Zorgleefplan

Eigen regie

ZELF DOEN

ZELFREDZAAM

ZELF KUNNEN

EIGEN KRACHT

EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID

Vraaggericht werken

Wat kunt of wilt u nog zelf doen?

Hoe wilt u het liefst verzorgd worden?

Welke gewoontes heeft u, waarmee ik rekening moet houden?

Opdracht 2.02 (blz. 37)

Aan de slag

Lezen + maken blz. 35 t/m 42 (opdracht 2.01 t/m 2.06)

Klaar? Ga verder met de praktijkopdracht op blz. 228

• 2.01 levensverhaal (in je boek)
  
• 2.02 Interview (alleen classroom - NIET BOEK)
  
• 2.03 Objectief waarnemen (filmpje kijken op uitgeversgroep en boek)
  
• 2.04 Rapporteren (in je boek)
  
• 2.05 Hoe gingen de praktijkopdrachten

Je kiest 3 opdrachten uit!

Hoofdstuk 2: Werken met een zorgdossier

Startopdracht:

pak je boek

Maak de startopdracht

Planning:

• Start opdrachten maken
• Uitleg hoofdstuk 2 deel 2
• Opdrachten deel 2

Doelstellingen vorige les:

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

• wat een zorgdossier is;
  
• wat een elektronisch cliëntdossier (ECD) en elektronisch patiëntdossier (EPD) is;
  
• wat een zorgleefplan is;
  
• wat bedoeld wordt met vraaggericht werken;

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

• wat objectief observeren en rapporteren is;
  
• wat formele en informele zorg is.
  

Observeren? 

Objectief / subjectief

Objectief =

op basis van feiten, zonder oordeel, zonder gevoel.

Subjectief =

je eigen mening, jouw persoonlijk oordeel of gevoel. (niet gebaseerd op feiten)

Samenwerken met formele en informele zorgverleners

Formele zorgverlener: opgeleid, professional, betaald

Informele zorgverleners:

Onbetaalde zorg, vrijwillig

Opdracht 2.10 - D (blz. 47)

Opdracht 2.12 - (blz. 49)

Aan de slag

Lezen + maken blz. 35 t/m 50 (opdracht 2.01 t/m 2.13) + nakijken MET ANDERE KLEUR!

Klaar? Ga verder met de praktijkopdracht op blz. 228

• 2.01 levensverhaal (in je boek)
• 2.02 Interview (alleen classroom - NIET BOEK)
• 2.03 Objectief waarnemen (filmpje kijken op uitgeversgroep en boek)
• 2.04 Rapporteren (in je boek)
• 2.05 Hoe gingen de praktijkopdrachten

Je kiest 3 opdrachten uit!