In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
5.3: Stamboomonderzoek (Deel 1)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Leerdoelen
Bibliotheek-tijd
Instructie met controle-vragen
Verwerken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de genotype/fenotype verhouding bepalen bij een monohybride kruising met: 1. Een dominant en een recessief allel bij zowel autosomaal of X-chromosomaal gen 2. Een co-dominant of intermediair fenotype 3. De aanwezigheid van meerdere allelen 4. De aanwezigheid van letale allelen
Slide 3 - Tekstslide
Bibliotheek-tijd
Lezen bladzijde 154 Bestudeer bron 7-8.
timer
6:00
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Een kind van twee gezonde ouders heeft een erfelijke aandoening. Het allel voor deze erfelijke aandoening moet dus aanwezig zijn bij de ouders. Het gen voor deze aandoening ligt op chromosoom 4. Erft deze erfelijke ziekte dominant of recessief over of is dit niet te bepalen?
A
Dominant
B
Recessief
C
Niet te bepalen
Slide 6 - Quizvraag
Doornemen
Ga naar onderstaande site en neem de slides door. Kom daarna weer terug naar deze les.
Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard. Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart. Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
84
Slide 8 - Quizvraag
Bij de mens is het allel voor een kale kruin dominant over het allel voor een normale haargroei. Heterozygote mannen zijn wel kaal, maar heterozygote vrouwen niet. Dit wordt veroorzaakt door de invloed van andere genen. Een bepaalde kale man heeft ouders met een normale haargroei. Was de vader van deze kale man homo of heterozygoot voor de eigenschap haargroei. En zijn moeder?
A
Vader homozygoot moeder homozygoot
B
Vader homozygoot moeder heterozygoot
C
Vader heterozygoot moeder homozygoot
D
Vader heterozygoot moeder heterozygoot
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Is deze aandoening dominant of recessief? Vul je antwoord in de op de volgende slide.
Slide 13 - Tekstslide
Is deze aandoening dominant of recessief (zie vorige slide)?
A
Recessief
B
Dominant
C
Dit is niet af te leiden uit de stamboom
Slide 14 - Quizvraag
Doornemen
Ga naar onderstaande site en neem de slides door. Kom daarna weer terug naar deze les.
Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: 5.3 deel 1. -> Basis: in ieder geval -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen. -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 5).
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de genotype/fenotype verhouding bepalen bij een monohybride kruising met: 1. Een dominant en een recessief allel bij zowel autosomaal of X-chromosomaal gen 2. Een co-dominant of intermediair fenotype 3. De aanwezigheid van meerdere allelen 4. De aanwezigheid van letale allelen