H1.3 les 5 Zuivere stoffen en mengsels

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3V H1.3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3V H1.3

Slide 1 - Tekstslide

terugblik op vorige les
zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: je kunt...
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat homogene en heterogene mengsels zijn
  • uit de temperatuurverandering tijdens fase-overgang afleiden of een stof zuiver is of een mengsel (kookpunt/traject, stolpunt/traject)
  • zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven
  • EXTRA: de functie van een emulgator beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, (bijvoorbeeld kristalsuiker of aluminium)
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 4 - Tekstslide

Zuivere stof/ mengsel

Slide 5 - Tekstslide

Scheiden

Mengsels kun je ook weer scheiden in de afzonderlijke stoffen. 

Slide 6 - Tekstslide

Soorten mengsels
Op de volgende dia's krijg je uitleg over zes verschillende soorten mengsels. Maak een tabel in je schrift en vul in:





enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
2

Slide 7 - Tekstslide

oplosmiddel met opgeloste vaste stof, vloeistof of gas
1. OPLOSSING
= helder

Slide 8 - Tekstslide

een oplossing is een homogeen mengsel
je kunt de stoffen niet meer afzonderlijk zien
microniveau: als losse moleculen door elkaar 

Slide 9 - Tekstslide

Vaste stof gemengd met een vloeistof


2. SUSPENSIE

= troebel

Slide 10 - Tekstslide

een suspensie is een heterogeen mengsel
je kunt de afzonderlijke stoffen in het mengsel zien
microniveau: moleculen zijn niet los, maar als groepjes gemengd

Slide 11 - Tekstslide

3. Emulsie
= troebel (als je ze mengt)

twee vloeistoffen die onderling niet goed mengbaar zijn

Slide 12 - Tekstslide

een emulsie is een heterogeen mengsel
Druppels van de ene vloeistof zweven in de andere vloeistof. Elke druppel bestaat uit heel veel moleculen

Slide 13 - Tekstslide

nog meer soorten mengsels


4. gasmengsel      5. nevel (mist)         6. rook
 
gas + gas
homogeen
fijn verdeelde vloeistof in gas
heterogeen
fijn verdeelde vaste stof in gas
heterogeen

Slide 14 - Tekstslide

ontmengen
emulsie
emulgator
EXTRA
Op de volgende dia's wordt uitgelegd wat een emulgator is en wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie
(zie gedeelde les)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

uitleg op microniveau
Bij een fase-overgang van een zuivere stof verandert de afstand en de beweging (snelheid) van de moleculen
Bij mengen van twee zuivere stoffen bewegen twee soorten moleculen door elkaar heen 
Bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en ontstaan nieuwe moleculen die er eerst nog niet waren (hier komen we later nog op terug).

Op de volgende dia zie je dit met molecuultekeningen weergegeven. 

Slide 17 - Tekstslide


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 18 - Tekstslide

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 19 - Quizvraag

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 20 - Quizvraag

Water gemengd met zand is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 22 - Quizvraag

eigen werk
Lees blz 22 tm 27 goed door
Leer de betekenis van de blauwe woorden van H1.3, de uitleg op microniveau van scheiden (=tabel 1), homogeen (fig. 4) en heterogeen (fig. 5 + 6) en het aflezen van kook/stol/diagrammen (fig. 3)
maak: H1.3 opgave 1, 3, 6 en 7

Slide 23 - Tekstslide