Hoofdstuk 9. Spoedprocedures

Even terug
Wat is het verschil tussen een verzoekschrift- en een dagvaardingsprocedure? 

Wat zijn de ambtelijke taken van de gerechtsdeurwaarder in het civiel procesrecht?

Wat is de benaming van de 4 verschillende beslissingen van de rechter? 



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Even terug
Wat is het verschil tussen een verzoekschrift- en een dagvaardingsprocedure? 

Wat zijn de ambtelijke taken van de gerechtsdeurwaarder in het civiel procesrecht?

Wat is de benaming van de 4 verschillende beslissingen van de rechter? 



Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 9. Spoedprocedures

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 9. Spoedprocedures
Voor spoedeisende zaken kent het Rv 2 spoedprocedures (art. 254 ev) :
  1. Een kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank
  2. Een spoedprocedure bij de kantonrechter

Ze zijn wel alleen mogelijk voor vorderingen die met een dagvaarding beginnen. 

Ook wel " voorlopige voorziening " genoemd. 

Slide 3 - Tekstslide

Kort geding
Absolute competentie 
Ruime absolute competentie
Kantonrechter alleen bevoegd mbt kantonzaken in kort geding
In alle zaken waar een onmiddellijke voorziening wordt vereist is de voorzieningenrechter van de rechtbank bevoegd (ook voor kantonzaken)

Relatieve competentie
Uitgangspunt is de woonplaats van de gedaagde


Slide 4 - Tekstslide

Kort geding
Procesvertegenwoordiging
Voorzieningenrechter van de rechtbank : eiser moet via zijn advocaat verschijnen in het geding. De gedaagde mag kiezen.  
Bij kortgedingzaken bij de kantonrechter : beide in persoon of bij gemachtigde

Spoedeisend
 In de praktijk blijken de verschillende voorzieningenrechters vrij soepel om te gaan met de voorwaarde van ‘onverwijlde spoed’. Voldoende is vaak dat de eiser duidelijk maakt dat hij niet op een gewone uitspraak kan wachten.

Slide 5 - Tekstslide

Kort geding
Belangen wederpartij
Noodzaak van spoed moet opwegen tegen het belangen van de wederpartij 

Procedure
Een kort geding bestaat in feite alleen uit een dagvaarding en 
een mondelinge behandeling van de zaak. Vanwege de geboden 
spoed worden er geen conclusies genomen en komt ‘alles’ 
tijdens de zitting ter sprake.

De gebruikelijke dagvaardingstermijnen gelden niet!



Slide 6 - Tekstslide

Kort geding
  • De voorzieningenrechter van de rechtbank die het kort geding leidt, wordt aangesproken met president in kort geding.


Slide 7 - Tekstslide

Vonnis
  • Rechter stelt na de mondelinge behandeling de datum vast waarop hij vonnis zal wijzen. 
  • Zo nodig vonnis onmiddellijk na de mondelinge behandeling
  • Geen definitieve uitspraak, voorlopige voorziening
  • Naast kort geding ook een ‘gewone’ procedure (bodemprocedure)
  • Indien geen bodemprocedure dan vonnis kort geding het eindoordeel

Slide 8 - Tekstslide

Hoger beroep en cassatie
  • Eiser en gedaagde kunnen tot vier weken na de uitspraak van het vonnis beroep instellen bij het gerechtshof (art. 339 lid 2 Rv)
  • Schriftelijk stuk (de memorie van grieven en de memorie van antwoord)
  • Na de uitspraak in hoger beroep is nog cassatie in kort geding mogelijk
  • De termijn voor het instellen van cassatie is acht weken na de uitspraak van het hof (zie 402 lid 2 Rv)

Slide 9 - Tekstslide

Hoger beroep en cassatie

Slide 10 - Tekstslide